Kerstkniptip

Door Rieny van Beek

Een kerstsymbool bij uitstek is de kerstster. Bij het knippen van sterren is het belangrijk hoe het papier wordt gevouwen. De 4-punt, 8-punt en 16-punt worden op dezelfde manier gevouwen. Neem een vierkant stukje papier. Vouw dit drie keer volgens de tekening. Denk erom bij de derde keer, dat de dichte kant tegen de dichte kant komt.

Van het gevouwen stukje papier wordt nu iets afgeknipt van de open kant. Voor een 4-punt volgens een rechte lijn. Voor een 8-punt een V eruit knippen en voor een 16-punt een W eruit. Zie tekening. Het gearceerde gedeelte wegknippen.

Daarna kunnen in het overgebleven deel versieringen aangebracht worden, door vanuit de vouw stukjes weg te knippen (net als bij kleedjesknippen).

Plak een gouden of zilveren ster op een rode of groene kaart, en een rode ster op een witte kaart. Een leuk effect geeft het om onder een rode uitgewerkte ster een gouden of zilveren te plakken die net iets groter is. Smeer de kaart helemaal in met behangplaksel, leg de ster erop en vloei af met een kladblaadje of keukenrol. Is de kaart droog, dan een nacht onder een stapel boeken leggen om kromtrekken te voorkomen.

Sterren kunnen ook geknipt worden van zilverkleurig of tweekleurig aluminiumfolie en met een paperclip aan de punt in de kerstboom opgehangen worden. Een kerstlint is te maken door enkele sterren, bijvoorbeeld witte, op een rood lint te bevestigen door middel van een splitpen in het midden. Het maken van een adventstak is ook een mogelijkheid. Dit is een idee van Atie Willemse. Begin ermee op de eerste adventszondag. Knip voor elke dag een ster en hang deze in een flinke sparrentak. Hang de sterren zó, dat er na vier adventsweken vier sterrenbanen schuin naar boven lopen. Deze vier banen eindigen in één grote ster, de kerstster, die eerste kerstdag wordt opgehangen.

Een paar voorbeelden om kaarsen te knippen:


Begin bij een dubbel gevouwen stukje papier vanuit de vouw te knippen. Eerst de kleine versieringen uit het grotere motief knippen, daarna het grote motief zelf, ook weer vanuit de vouw, en als laatste de buitenrand.

Deze tip is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1987-4