De meest eenvoudige vorm van versiering is de strik. Vanaf de oudheid tot heden wordt de strik ter verfraaiing gebruikt op kleding, in het haar, op pruiken, schoenen, waaiers, geschenken en in de architectuur. De strikken zijn van allerlei materiaal gemaakt, zoals lint, band, textiel, papier, papiertouw of uit steen gebeeldhouwd. Papiertouw of ‘twisted paper’ is ontstaan in Amerika ten tijde van de Grote Trek van oost naar west. De mensen rolden toen papier op tot een stevig touw en vlochten daar manden van, matten er hun stoelen mee en maakten er vloermatten en gebruiksvoorwerpen van. Vaak verfden ze het papier in felle kleuren. Het papiertouw wordt nu machinaal gemaakt in mooie kleuren; wanneer het uitgerold is, kunnen er strikken van gemaakt worden.
Strikken
Van papier kunnen ook strikken geknipt worden. Ze kunnen van vrolijke kleuren geknipt en op kleine kaartjes geplakt worden zoals bloemen- of geschenkkaartjes. Een rose of blauwe strik kan een geboortekaartje versieren. Ook kan een geknipte strik langs de bovenrand van een passe-partoutkaart geplakt worden. Door het passe-partout is de binnen kant van de kaart zichtbaar, waar een knipseltje geplakt kan worden.
Vouw een stukje papier van 6 bij 5 cm dubbel en teken tegen de vouw een halve strik (1). Knip eerst de lussen eruit (gearceerde gedeelte) en knip daarna de buitenranden van de strik (2). Vouw de strik open en plak deze op een kaart (3), of langs de bovenrand van een passepartout (4). Voorbeeld 5 en 6 zijn hoekstrikken.
Linten
Linten kunnen in een gelegenheidsknipsel gebruikt worden om een naam of datum in te knippen. In de heraldiek staat een devies of wapenspreuk in een lint onder het wapen.
Maak een mal met één, twee of drie slingers van dun karton (7). Vouw een stukje papier van 10 bij 6 cm dub bel en niet het in de hoeken vast. Leg de mal tegen de vouw en teken de slingers (8) na en (13). Voorbeeld 14 en 15 zijn een combinatie van een strik en een lint.
Schuif de mal langs de vouw 1 c naar beneden en teken de slingers weer na (9). Verbind de tussenstukken en teken een zwaluwstaart aan het einde van het lint (10). Knip het lint uit, eerst de binnenstukken en daarna langs de buitenranden. Knippen volgens voorbeeld 10a geeft een lint dat naar voren slingert. Het lint volgens voorbeeld 10b slingert naar achteren. Vouw het open en het lint is klaar (11, 12)
Een goede handleiding bij het maken van strikken van lint, textiel of papiertouw is te vinden in het Strikkenboek van Pien Lemstra, Cantecleer Hobbycahier.