Door Rieny van Beek
Wanneer er uit een dubbelgevouwen stukje papier een kerstboom wordt geknipt (1), ontstaat er een positief beeld (2) en een negatief beeld (3).
Als de kerstboom als omlijsting moet dienen, gebruik dan steeds het negatieve beeld.
Neem een stukje papier van 8 x 12 cm. Vouw dit in de lengte dubbel, zodat het 4 x 12 cm wordt. Teken tegen de vouw een halve kerstboom, teken in de kerstboom tegen de vouw een halve voorstelling, zoals een kaars, kandelaar (4), kerstklok (5) of ster. Zorg er wel voor dat de voorstelling aan de kerstboom vast zit.
Knip nu in één beweging de kerstboom en aansluitend de voorstelling uit. Als het papier opengevouwen wordt is de kerstboom weggeknipt, negatief beeld, en de voorstelling staat in de boom, positief beeld. Maak enkele versieringen in de voorstelling.
Het is een leuk idee om achter het zwarte papier een stukje groen origamipapier te plakken in een effen tint of in aflopende tinten.
In het negatieve beeld van de kerstboom kunnen ook silhouetjes geknipt worden. Dit gaat als volgt:
Knip uit een dubbel gevouwen stukje papier de halve omtrek van de kerstboom. Begin boven aan en knip de onderrand NIET. Vouw het papier open en teken en/of knip in de kerstboom twee silhouetjes. De kerstboom valt weg en de figuurtjes staan voor een verlichte kerstboom.
Veel succes en goede feestdagen.
Deze tip verscheen eerder in Knip-ers 1992-4.
De illustraties bij de Knip-Tip zijn van Rieny van Beek.