Scharen van snijden naar knippen

Door Jeannet Pasterkamp-Boerkoel

In Knip-Pers 2006-4 wordt verteld over de ontwikkeling van de schaar. Daarbij wordt de vraag gesteld: Wie zou er bedacht hebben, dat een mes van twéé kanten kon snijden? Als je de vraag anders stelt, namelijk wie heeft er bedacht dat je met twee messen kunt knippen, kom je dichter bij de oorsprong van onze schaar. Wie het bedacht heeft, zullen we wel nooit te weten komen, maar wel waar de oudste messen gevonden zijn waar je mee kon knippen. Aan onze schaar ligt een dubbel identieke messen ten grondslag, die bij elkaar horen. Het zijn grote, grove messen van ± 30 cm lang, die met twee handen vastgehouden moesten worden. Met de rechter hand hield men de beide messen vast op een zodanige manier dat ze goed langs elkaar heen gleden. Het doet een beetje denken aan de manier waarop de Chinezen hun eetstokjes gebruiken. Met de andere hand steunde men het linker mes, waardoor de knipbeweging ontstond. Dit was niet gemakkelijk en vergde veel oefening. Het voordeel van deze messen was, dat zowel linkshandige als rechtshandige mensen er zonder problemen mee konden knippen. De oudste aanwijzing van deze manier van knippen dateert uit de 5e eeuw voor Chr. in Griekenland. Daar is een beeldje opgegraven van een kapper (misschien een slaaf) die aan het werk is met dergelijke messen.

De oudste messenparen die opgegraven zijn dateren uit de vroeg Romeinse tijd. Het was al een hele vooruitgang toen men de uiteinden van de handvatten met elkaar verbond met een bout of een stift. Het nadeel van deze schaar was, dat het moeilijk was om hem te openen en weer dicht te knijpen, daarvoor moest je toch weer twéé handen gebruiken. Hoewel ze niet veel voorkwamen, werden ze in het Midden-Oosten nog vele eeuwen lang gebruikt bij het schapen scheren.

De definitieve oplossing van dit probleem was de beugel- of knijpschaar. De handvatten van de messen werden door een ronde, verende beugel zodanig met elkaar verbonden dat er een schaar uit één geheel ontstond, waardoor de bladen vanzelf vlak langs elkaar heen sneden. Door in de greep te knijpen kon men met één hand knippen. Ook met deze schaar kan men met de rechter-, maar ook met de linkerhand knippen, omdat men de hele hand gebruikt en niet alleen de vingers.

Het is leuk om te zien dat het moderne knijpschaartje ook een beetje lijkt op een messenpaar waarvan de uiteinden met elkaar verbonden zijn. Daarmee is de geschiedenis van de schaar weer bij het begin terug gekomen.

Afbeeldingen:
Een kapper aan het werk. Terracottagroep Tanagra, 5e eeuw voor Chr.
Twee messen uit de Romeinse tijd, 2e – 4e eeuw. Romeins-Germaans Museum in Keulen.
Schematische voorstelling van het knippen met twee messen.

Geraadpleegde literatuur:
Hanns-Ulrich Haedeke, Jochem Putsch en Ernst-Wilhelm Niegeloh: Die Geschichte der Schere. Keulen, 1998.

Dit artikel verscheen in Knip-Pers 2007-3.