Auteursarchief: admin

Schaap voor de Paas

Werkwijze:
Een A6 envelop dichtplakken en op de achterkant een schaapje in spiegelbeeld tekenen.
Schaapje knippen. De envelop knip je aan de onderkant open. Zo wordt het een soort wikkel.
Op een vouwblaadje kun je schrijven of printen. Dit vouwblaadje past in de envelop.
Leuk om te geven voor Pasen.
Groet Frederike

Ei met Paashaas

Door Maruscha Gaasenbeek

Neem een ei. Maak boven en onder een gaatje en blaas het ei leeg. (Wil je meer eieren versieren koop dan een ei-uitblaas pompje. Veel gezonder!) Spoel binnen- en buitenkant van het ei na met azijnwater. Laat drogen.

Neem een velletje papier van 7,5×7,5 cm. Vouw dit dubbel. Teken de halve eivorm en de halve haas erop (afb. 1). Knip de neus uit. Knip borst en buik uit. Steek een gaatje en hol het oor uit. Knip dan de hele buitenkant van de haas uit. Vanaf de wang knip je naar het oog. Geef kleine knipjes (2 mm) onder zijn voorpoot, boven zijn achterpoot, bij de voet en onderin. (Hierdoor voegt het papier zich straks beter om de ronding van het ei.) Open je knipsel. Vind je twee kwastjes te veel? Haal er dan nu één weg. Plet je haasje in een dik boek.

Ga verder met het randje met haasjes. Pak daarvoor twee strookjes papier van 9×2 cm. Vouw in de lengte dubbel tot 9×1 cm. Teken van boven naar beneden halve haasjes, die met het oor aan elkaar zitten (afb. 2). Neem je schaar:
a. Knip aan de vouwlijn gezicht en buikje van elk haasje er uit (afb. 3, zwarte deel).
b. Knip bij de vouwlijn de stukjes papier naast het oor weg (afb. 3, gestreepte deel, vergroot detail).
c. Knip de buitenkant uit. Denk om de snorhaartjes! Open de strookjes.

Dit wordt een priegelwerkje, maar het resultaat is heel leuk. Smeer de omtrek van het ei in met behangersplaksel. Plak één randje vanaf het gat boven in het ei strak naar beneden tot midden onder (wat teveel is wegknippen). Plak het tweede randje langs de andere kant van het ei naar beneden. Laat drogen.

Pak je haas uit het dikke boek. Smeer één eihelft in met plaksel, leg je haas erop en smeer daar plaksel overheen, terwijl je hem voorzichtig vastdrukt. Bij de 2mm in-knipjes schuift het papier iets over elkaar heen en volgt zo de ronding van het ei. Maak tot slot het achterkant knipseltje: één haasje van afb. 3.
Hang het ei op d.m.v. de halve lucifer-met-draadje truc: Knoop een draad stevig vast om het midden van een halve lucifer en duw het houtje door het bovenste gat in het ei.

Knip Mee ATC

ATC, wat is dat?
ATC is de afkorting van Artist Trading Cards, kleine kaartjes met een zelfgemaakte creatieve uiting er op. Ze zijn bedoeld om te ruilen, niet verkopen. Leuke manier om ideetjes uit te proberen voor groter knipwerk later!

Hoe maak je een ATCserie?
Snijd kaartkarton van 8,9 x 6,4 cm. Kies een thema. Maak knipsels (3, 4, 5 enz) binnen de kaartmaat en plak ze op. Schrijf je naam, woonplaats, thema en aantal van de serie, het nummer van elk kaartje apart en de datum aan de achterkant. Of maak een standaard briefje op maat om de gegevens in te vullen.

Welk kaartkarton?
Neem bij voorkeur karton tussen 160-200 gr. De merken Canson, Papicolor enz. hebben prachtige kleuren! Van dunner karton kun je 2 laagjes nemen in verschillende maten, zodat een afstekend randje zichtbaar wordt. Spannend wordt de combi: dessin papier op je kaartje en daarop het knipsel!

Hoe kom je er aan?
Maak zelf zulke mini kunstwerkjes en ruil ze op de Landelijke Contactdag, bij workshops, op knipkringochtenden, regiodagen, per post enz.

ATC, wat doe je er mee?
Een mooie verzameling aanleggen van eigen kaartjes en die van anderen.
Heerlijk kijkboek vol inspiratie!

En verder?
Het leukste van alles: thema’s bedenken, knipsels maken en ruilen!

Veel plezier, Maruscha Gaasenbeek.

Paasversieringen

Door Rieny van Beek

Voor een Paasontbijt is het leuk om versieringen te maken voor op tafel.

Neem de kip één keer en het kuiken vijf keer over volgens de tekening, op geel fotokarton. Knip alles uit. Plak op de kuikens een snaveltje van rood sitspapier en een oogje van zwart en wit. Plak op de kip een snavel en kam van rood sitspapier, een oog van zwart en wit en een kraag en veren van groen sitspapier. Knip nu een strook geel fotokarton van 40 cm lang en 3 cm breed. Plak daar de kip op en de vijf kuikens erachter. Vouw de strook rond en plak hem vast. Nu kun je de versiering op een bord zetten en er eieren in doen. Je kunt ook andere kleuren gebruiken.

Om een eierdopje te maken knip je een stukje van een closetrol af en beplak dat met sitspapier. Knip nu een kip van sitspapier, die je kunt versieren volgens de voorbeelden op deze bladzijde. Plak de kip op een stukje fotokarton en knip de buitenrand weer uit. Plak nu de versierde kip in het midden vast op de halve closetrol, en het eierdopje is klaar. Vrolijk Pasen.

Wil je nog neer leuke paasversieringen maken, kijk dan in het ‘boekje: “Geknipt voor u”, van Gunvor Ask en Harriet Ask.
Eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1990-1

Spiegelingen

Door Rieny van Beek.

Symmetrisch knipwerk komt in de knipkunst vaak voor, vooral als het om volksmotieven gaat. Het betreft dan bijna altijd een links-rechts symmetrie.

Het papier wordt dubbelgevouwen en tegen de vouw wordt een halve voorstelling getekend en/of geknipt. Bij het openvouwen van het papier is een hele voorstelling te zien. Het is ook mogelijk een spiegeling te maken, dat is een boven-onder symmetrie.

Het papier wordt dubbelgevouwen en op de vouw wordt een hele voorstelling getekend en/of geknipt. Bij het openvouwen is de voorstelling zowel boven als onder te zien.

Bij een waterspiegeling is het mooier als er tussen beide helften een witte streep geknipt wordt

Voegen we beide symmetrievormen samen, dan krijgen we een dubbelspiegeling .

Bovenstaande knipwerk is ook een dubbelspiegeling, maar nu zijn de vier witte zwanen uit het zwarte papier geknipt.

Er kunnen ook andere voorstellingen geknipt worden, zo als vier vlinders, vier bloemen, vier lieveheersbeestjes, vier bladeren enz.

Een andere manier van spiegelen is bovenstaand. Neem een stukje papier van 12 x 8 cm, vouw dit één keer dubbel, zodat het 6 x 8 cmwordt. Teken op de vouw een zwaan met riet en knip dit uit. In het papier wat overblijft zijn nu twee witte zwanen ontstaan. Vouw de zwarte zwaan open en knip het papier over de vouw door. Leg nu steeds een zwarte zwaan tegen een witte zwaan en er is een spiegeling ontstaan. Het zwarte randje is er later bijgeplakt.

Deze Kniptip verscheen eerder in Knip-Pers 1992-3

Bomen

Door Rieny van Beek.

De silhouetteboom
Bij het knippen van bomen kan men uitgaan van het silhouet van de boom. Elke boom heeft zijn karakteristieke vorm. In plaats van blaadjes worden er Zwarte vlakken geknipt. Knip deze zwarte vlakken zo, dat de boom herkenbaar wordt.
Silhouet van ceder (afb. 8), van cypres (afb. 4).

De takkenboom
In de winter is de boom kaal, en laat goed zien hoe de takken zijn opgebouwd. De stam is van onderen breed en loopt naar boven smal toe. De zij takken zijn bij het begin breed en worden naar het eind toe steeds smaller. Zij hebben alle dezelfde richting, naar boven bij beuk of eik en naar beneden bij de treurwilg. De stevige zijtakken hebben weer kleinere zijtakken. Silhouet beuk (afb. 2) en treurwilg (afb. 5).

De blaadjesboom
Bij het knippen van een boom met blad is het nodig om eerst de buitenvorm te tekenen of te knippen, daarna wordt de boom ingevuld met takken en blaadjes. Begin daarbij onderaan de boom en werk dan naar boven tot aan de kruin. Deze boom kan zowel symmetrisch als asymmetrisch geknipt worden. De dubbelgeknipte boom is wat stijver, terwijl de asymmetrische boom wat speelser is (afb. 1 en 7).

De fantasieboom
Bij het knippen van een fantasieboom kan men uitgaan van een ronde of hartvormige boomkruin op een stevige stam. De boomkruin kan naar eigen fantasie versierd worden. Deze boom wordt symmetrisch geknipt. De versiering kan bestaan uit appeltjes, blaadjes, bloemen of hartjes. Een andere mogelijkheid is om de boom te versieren: met randen voorzien van karteltjes, schulpjes of boogjes.
Zorg ervoor dat de randen van de kruin aan de stam blij ven vastzitten (afb. 3 en 6).

Het formaat van alle hier afgebeelde bomen is ongeveer 11 x 7 cm.

Mooie, geknipte bomen zijn te zien in het boekje: ‘Zo kenden wij Dini Langkamp-Prins’, een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst. Dit boekje is te bestellen bij het boekwinkeltje van de vereniging. Op www.papierknippen.nl vindt u de link naar het boekwinkeltje.

De Levensboom

In de oude volkskunst zien we vaak het motief van de levensboom. De levensboom ontspringt uit een urn, vaas of hart, het symbool voor moeder aarde. Uit de aarde krijgt de boom zijn voedsel, het is zijn levensbron. De boom heeft zich opgericht naar de zon, met een tulp.
De boom heeft zich opgericht naar de zon, met een tulp of driespruit bovenin. Van de zon krijgt hij zijn levenskracht en vruchtbaarheid.

Zoals een grote boom zich stevig wortelt in de aarde en zijn takken verspreidt naar de hemel tot aan de zon, zo moeten we de levensboom zien als symbool voor het leven. Het zaad van de boom wordt door de vogels op aarde verspreid.

Het knippen van een levensboom:
Neem een stukje papier van 10 bij 8 cm. Vouw het in de lengte dubbel. Teken tegen de vouw een halve tulp en een half hart. Verbind deze met een takje met een vogel erop. Knip eerst de versieringen uit de vouw en daarna de buitenkant. Begin groot en eenvoudig en maak de boom steeds fijner en voller. Voorbeeld 1 t/m 4: Een levensboom van grof naar fijn.

 

 

Deze tip is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1992-1

Het hart als knipvorm

Door Rieny van Beek

Neem een vouwblaadje en vouw dat één keer dubbel, knip nu vanuit de vouw een half hart. Vouw het blaadje open en het hart is klaar. Probeer het ook eens met een kwart vouwblaadje.

Nu het hart versieren. Doe dat altijd vanuit de vouw (zie voorbeelden 1, 2 en 3). Bij voorbeeld 2 zijn eerst hulplijnen vanuit de vouw geknipt en van daaruit driehoekjes geknipt, die zo karteltjes lijken.

Soms is het uitgeknipte gedeelte ook weer te gebruiken (4 en 5).

Het hart als omlijsting: Knip een groot hart en knip daarin een voorstelling, zoals twee zwanen of twee vogels (6 en 7).

Zwanen zijn het symbool voor huwelijkstrouw en daarom goed te gebruiken voor een huwelijksknipsel.

Ook in de symbolen geloof, hoop en liefde komt het hart voor, samen met het kruis en het anker.

Deze Kniptip is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1990-2

Maxi rozet

door Maruscha Gaasenbeek

Aan de muur, voor het raam of als heel speciale kaart. Lees eerst de tekst, maak dan een keus en knippen maar!

Algemene werkw(jze: Vouw een vel dubbel en leg een kopie van het patroon met de stippellijn tegen de vouw. Zet alles vast met nietjes buiten de rand en binnen het patroon op plekken die weggeknipt worden. Maak eventueel met een hobbymesje in elk detail een sneetje om te beginnen en knip de vakjes met de schaar uit. Knip tot slot langs de buitenkant van de halve cirkel.

ROZET 1
Als heel speciale kaart: Knip de rozet uit 15×15 cm goudpapier.
Plak hem midden op lavende kaart- karton van 18×18 cm.
Plak het geheel op goudgeel van 21×18,5 cm. daarna op lichtgeel kaartkarton van 24×18,5 cm (of plak twee stroken van 2,5×18,5 cm, 1 cm achter de boven- en onderkant!) en tot slot op donkerblauw kaartkarton van 29,8×21 cm. Doe dit kunstwerkje in een envelop en maak er iemand blij mee.

Voor het raam: Neem donkerblauw kaartkarton van 20×20 cm. Snijd uit het midden met de cirkelsnijder een cirkel met doorsnede 14 cm. Plak de witte rozet achter de cirkelrand. Kleef met fotolijm op het raam.

Aan de muur: Knip de rozet uit goudpapier zonder de stippelvakjes uit te knippen. Verklein het patroon tot 13,5 cm. Knip de verkleinde rozet uit kerstrood papier en knip ook de stippelvakjes uit. Plak de rozetten in het midden op elkaar vast en daarna de randen. Neem kerstrood kaartkarton van 17×17 cm. Snijd een cirkel 0 14cm uit. Plak de rozetten achter de rand. Bevestig het geheel eerst op crèmekleurig kaartkarton van 19×18 cm en daarna op donkerrood van 24×19 cm. Hang hem met een dunne draad in de bovenhoeken aan de muur.

ROZET 2

is klein maar fijn, geknipt uit 10x10cm, past op of in een dubbele kaart van 1 3×13 cm.
Mooi geworden? Fijn! Teken nu je eigen patroon, het lukt altijd. Knippen uit een kwartcirkel gaat sneller. Kies dan dun papier en zet je tekening goed vast. Succes!

Eerder gepubliceerd in Knip-Pers 2008-3