Door Frouke Goudman-Cupido
Misschien zijn er onder u enthousiastelingen, die geprobeerd hebben wat grijstonen te knippen in een reeks van bijna wit tot bijna zwart?
En wat zag u? Dat de heel gebleven witte of zwarte vlakken even belangrijk waren! Contrast bestaat niet alleen tussen wit en zwart, maar óók tussen wit en bewerkt wit of zwart en bewerkt zwart. Ik ken zelfs geheel grijze, die er prachtig uitzien. De werking op een grotere afstand is alleen duidelijk minder dan bij een knipsel met grotere witte en zwarte vlakken.
Het maken van een nieuw knipsel is voor mij een beetje als ergens gaan wonen. De plaats en het soort huis worden gekozen, daarna komt de stoffering. Als die volgorde wordt omgedraaid wordt het een puinhoop! Maak uw huis éérst; met kasteelmuren of scheidingswandjes, en neem daarvoor grote witte en/of zwarte vlakken. Richt daarna uw huis in met de details, de fijn uitgewerkte delen. Voor deze keer passen we het onderwerp aan bij de komende feestdagen: Pasen! En we gaan uit van een écht huis, een kippenhuis, het ei!
- Vouw een stukje papier van 6 cm hoog en 12 cm breed over de langste kant in drieën, zodat er een pakketje van 4 bij 6 cm overblijft. Tegen de linkervouw tekenen we een half ei met onder en boven nog een beetje ruimte vrij. Hetzelfde rechts, maar dan steken we het halve ei in een halve eierdop. Versier nu de eierdop met allerlei leuke randen, al of niet in perspectief. Knip de eieren met een zwierige haal uit het papier en zorg ervoor dat bij het openvouwen later de lijnen mooi doorlopen Laat de achtergrond helemaal zwart. Openvouwen. Begrijpt u nu wat ik bedoel? Ziet u de samenwerking en gelijkertijd de spanning tussen wit, zwart en grijs? Probeert u deze oefening ook eens met een zwarte eierdop en een bewerkte achtergrond. (afb. 2)
- Vouw een papier als bij oefening 1 en teken een ei iets uit het midden op het gevouwen papiertje. Versier voor de variatie het ei ruimtelijk en u zult bij het openvouwen een levendig geheel te zien krijgen (afb. 3).
- Neem nu een papiertje van 12 bij 12 cm. Weer in drieën vouwen. Een variatie op oefening 1. Nu een half ei een beetje bovenaan links tegen de vouw, en schuin naar beneden tegen de rechtervouw een halve voorjaarsbol in doorsnede. Laat ei en bol met hun kopje boven de achtergrond uitsteken. Breng een motief aan in de achtergrond (hier horizontale lijnen van licht naar donker). Laat de achtergrond aan de onderkant van de bol zwart. Knip hier met een paar dunne haarlijntjes de wortels. Laat één worteltje tegen de vouw als een biljartbal terugkaatsen en u ziet dat deze bij het openvouwen dan gewoon in het andere vlak overloopt! Van deze techniek vertel ik u later meer (afb. 1).
- Papier dubbelvouwen. Op de vouw ons halve ei met twee kleintjes er naast. In plaats van de elerdop nu een kip of vogel. Het doet er niet toe hoe dit beest versierd wordt, als de contouren maar heel duidelijk zijn. Het geeft een bijzonder effect om een herkenbare vorm (zoals in dit geval de vogel) in te vullen met abstracte vormen als streepjes, ballen enz. (afb. 4).
- En toen ging ik even voor mezelf aan de gang. De eerste kleine probeersels (van 12 cm breed) strooien we over deze en volgende pagina’s. Deze kleine knipschetsen zijn de basis voor groter werk. Probeert u ook eens een eigen variant uit, maak het eerst klein en ga daarna een groot werkstuk maken!
Zelf draaide ik helemaal dol van de eieren. Er kwamen zoveel ideeën op me af dat die nooit op tijd geknipt konden worden, Op stapel stonden illusies van een ei te scheppen door bijvoorbeeld het laten verspringen van lijnen, of een ander grijspatroon binnen en bulten de denkbeeldige omtreklijn van het ei, enz. U zult zelf vast ook wel op nieuwe ideeën komen. Ik ben benieuwd, veel succes!
Het was een grote verrassing voor mij om op 6 januari j.l. naast Sara ook veel post van knippers te zien! Hartelijk dank! (zie ook afb. 20)
Dit artikel verscheen eerder in Knip-Pers 1989-1