Door Frouke Goudman
Deze keer iets héél anders! We maken het papier zélf tot onderwerp van ons knipsel. Dit klinkt moeilijker dan het is.
We knippen ons detail uit een vierhoekig (dus zo neutraal mogelijk) stuk zwart papier en dit stukje alléén geeft nu aan hoe we de REST van ons papier moeten zien: bij de slijtageplek een lap stof, bij de veter een schoen of een stuk leer, enz.
U zult bij het bekijken van mijn voorbeelden zowel positief (de voorstelling zelf zwart) als diapositief (de voorstelling zelf wit) geknipte details tegenkomen. Erg leuk vind ik het werken met een combinatie van beide werkwijzen, zodat er een detail, dat op zichzelf staat zoals de naald, aan toegevoegd kan worden om de boel wat levendiger te maken.
U ziet dat de kleine gaatjes van klein naar groot de eigenlijke lap stof verbeelden. In plaats van de naald had er evengoed een ánder diapositief geknipt deel uitgeknipt kunnen worden; de naald hoort er niet écht bij maar probeert te benadrukken dat we een lap stof bedoelen.
Het papier is opzettelijk niet in vieren, maar in tweeën gevouwen, om de draden zo natuurlijk mogelijk te laten lopen. Bij het in vieren vouwen komt er gauw een vertekening in de “draden”.
Ziet u overigens de overeenkomst met mijn knipseltje “zonsondergang” uit het vorige nummer? We laten de draden dunner worden om zo meer wit in het knipwerk te krijgen.
Als u dit onder de knie heeft kunt u de stof nog een beetje laten plooien ook! Of knip een ánder weefpatroon! Breiwerk kan ook heel interessant worden: u kunt hier in plaats van een gat een paar steken laten vallen!
Houdt u het basisprincipe wél in de gaten: een flink stuk zwart, een grijswaarde en een flink wit gedeelte. U merkt wel dat u niet ongestraft zonder onderbreking witte lijnen uit een zwart papier kunt knippen. Zorgt u er voor dat er steunlijnen op logische plaatsen zitten! Het is niet de bedoeling dat de hele boel uit elkaar valt! Denk maar dat u een sjabloon aan het maken bent.
Deze manier van knippen vereist een totaal andere wijze van kijken naar de dingen. Als het idee u bezighoudt, is het mogelijk dat u in het dagelijks leven allerlei ideeën opdoet! Nét toen ik de slijtageplek had geknipt en er in de stad een fotokopie van had gemaakt kwam er toch een prachtig voorbeeld aangewandeld! Een jongen in een versleten spijkerbroek met op de bil een juwéél van een half versleten plek. De horizontale draden hingen er nog bij als slingers in een kerstboom, terwijl de verticale verdwenen waren. Daar moet iets heel moois van te maken zijn!
Even verder fietste ik langs een muur waar de verf van afgebladderd was. De zon zorgde met strijklicht voor een extra grijswaarde, de schaduw. Thuis zag ik in gedachten de kraan diapositief uit een Zwarte muur komen en pikzwarte deuren kregen mooie witte sloten! Eenvoudige details krijgen een grote zeggingskracht!
We kunnen bovengenoemde manier van kijken en knippen natuurlijk als onderdeel in een knipsel toepassen: als we ergens een zwart accent nodig hebben maar de voorstelling niet willen onderbreken door een onduidelijke zwarte plek zonder enige functie. In plaats van het uitwerken van elk detail laten we een deel gewoon zwart en suggereren (door het knippen van een traploze overgang) dat het patroon doorgaat. Van een muur hoeft u niet alle bakstenen te knippen en een rok met plooien mag best zwart blijven op plaatsen waar de plooien naar binnen vallen! U kunt zo een beetje spelen met licht en donker.
U zult inmiddels wel ontdekt hebben dat ik een knipsel graag als één geheel zie en alles aan elkaar vastknip. Iedereen maakt zo zijn eigen ongeschreven wetten. Het is natuurlijk een beperking, maar ik voel me er niet door gebonden.
Het is wel verleidelijk om rondom de middelste voorstelling in een knipsel een band wit te houden, maar dan is het voor mij géén eenheid meer. Het moet in één hand vast te houden zijn. Aansluitend hierop kan ik u vertellen dat in Zuoz (Zwitserland) op de kniptentoonstelling dit jaar (1989) prachtige voorbeelden te zien waren van knippers die duidelijk mijn mening niet zijn toegedaan!
Ernst Oppliger had onder meer een enorm werk in meerdere delen gemaakt, genaamd de Ark, en gelijk opgeplakt. Dat moet natuurlijk wel bij deze werkwijze. Als ik een kopie krijg vraag ik toestemming voor publicatie in ons blad. Van deze tentoonstelling zou ik geen verslag voor u kunnen maken. Als je een paar uur kijkt krijg je zoveel indrukken door elkaar dat je er duizelig van wordt.
Wat me bij bleef was de enorme hartelijkheid waarmee ik ontvangen werd door de familie Oppliger. Er werd me zoveel uitgelegd, was het maar op een bandje opgenomen!
Mevrouw Oppliger nam het af en toe van haar man over als hij silhouetten ging knippen. (Dit deed hij niet uit de hand alleen, maar hij gebruikt óók een pantograaf als hulpmiddel). Net nadat mevrouw Oppliger me had verteld hoe de Ark tot stand was gekomen en wat de betekenis ervan was, ontmoette ik een Hollands echtpaar. Zij konden toen informatie uit de tweede hand van me krijgen!
Er was in bovengenoemd werk nauwkeurig op toegezien om geen fouten te maken met het knippen van de juiste aantallen dieren. Het zal je toch gebeuren dat je maandenlang aan iets werkt en er komen mensen langs die je vertellen dat je een aap te weinig hebt geknipt! We hebben ook elkaars scharen geprobeerd maar dat was niet bepaald een succes! Hij:”Ik geloof dat je hier geen kleine gaatjes mee kunt knippen! Ik: “De bovenste laag van mijn vinger heb ik ook meegeknipt!” Mijn werk is minstens twee, drie keer zo grof geknipt als het zijne, daar kwam ik al gauw achter.
De tweede knipper waar ik persoonlijk mee mocht kennismaken was Ch. Flückiger uit Zuoz. Zijn knipsel sierde de tentoonstellingsaffiche en de uitnodiging, en was ook zéér fijn geknipt. Net als mevrouw Oppliger was de echtgenote van de heer Flückiger ook zeer actief aanwezig. Een directe stimulans in eigen omgeving lijkt me onontbeerlijk!
Tot mijn verrassing bleek de knipper Bruno Weber zich opnieuw te hebben vastgebeten in het probleem van de combinatie zwarte verticale lijnen met een wit gat. Waar hij in zijn u, uit Vlakverdeling 6, bekende knipsel nog steun zoekt bij een zwarte contour rond zijn witte vlak (maan), vindt hij nu een veel betere oplossing: een zéér functionele brede zwarte schaduwrand onder drie naast elkaar geplaatste witte parapluus!
Het is allemaal teveel om op te noemen. Kunt u zich voorstellen dat ik me maar met moeite kon losscheuren uit deze boeiende wereld met hartelijke en enthousiaste mensen?
Maar nu gaan we hier aan de gang! Ziet u er al een gat in?
Zet uw tanden dan in deze opgaven en….even doorbijten!
Dit artikel verscheen eerder in Knip-Pers 1989-3