Poppetjes op een rij

door Maruscha Gassenbeek

Een strook papier van ongeveer 30 x 7 cm vouw je 3 x dubbel. Doe het papier open en leg de vouwen om en om (net een trapje). afb. 1

Knip nu een half poppetje uit met de arm helemaal tot aan de andere kant. Knip de band niet door: daarmee houden ze elkaar vast! (afb. 2)
Begin nog eens opnieuw, maar maak er nu een leuker poppetje van, bijvoorbeeld met vlecht, hoge hakken of lange broek met klompen.
Knip aan de andere kant je kleine broertje; maak de handen vast (afb. 3).
Open je knipwerk en haal de halve broertjes er af. Je hebt dan 4 grote zussen en 3 kleine broertjes.

Het schooljaar is bijna om. In de vakantie ga je misschien wel naar het circus. Daar zie je clowns en acrobaten. Van papier knip je nu de acrobatenact: een levende muur.

Neem een vel zwart/wit papier A4-formaat (ongeveer 30 x 21 cm). Vouw dit 3 x dubbel (afb. 1). Teken nu een halve Jongen linksonder (afb. 4-a). Op zijn schouder leunt de voet van het meisje (b) dat je rechts tekent. Dat raakpunt knip je niet door!
Bovenaan links komt nu poppetje c. Zijn voeten zitten vast aan de handen van de meisjes (afb.4).

Knip met stevige schaar alles uit. Vouw je knipsel open. Halve poppetjes mag je eraf knippen, het hoeft niet. Vind je het saai, dat een aantal acrobaten op elkaar lijken? Vouw dan één enkel poppetje dubbel en maak het haar anders of knip een kortere rok, een trui met versiering enzovoort. Knip of schrijf je naam erbij.

Lijst je knipwerk in of maak er een kaart van. Dat laatste doe je zó: Leg je knipsel in de scanner en scan het. Druk er twee (voor een dubbele kaart) of vier af op een dik vel papier.
Klaar zijn je kaarten!

Deze Knip Mee verscheen eerder in Knip-Pers 1993-2