Categoriearchief: Knip Mee (Maruscha)

Bezige bijen

Door Maruscha Gaasenbeek

In zomer en herfst zijn er op veel plaatsen in ons land honing- en bijenmarkten. Daar kun je elk jaar je ‘wintervoorraad gezondheid’ kopen. Maar eerst wordt er geproefd!
Om cadeau te geven komen, naast potjes honing, ook honingkoek, honingwijn en honingsnoepjes in aanmerking. Voor de niet-snoepers zijn er prachtige kaarsen van bijenwas in velerlei vormen.
De maaksters van al dit lekkers en moois, de werkbijen, staan op deze bladzij centraal. Recht, op een strook stevig papier, vormt de bij een aardige bladwijzer, schuin, op een dubbele kaart, een leuke uitnodiging om samen bezig te zijn, iets te ondernemen.

 

Laat het niet bij bijen alleen. Ook andere insecten zijn de moeite waard om te knippen. Biologieboeken, foto’s en vooral kijken in de natuur zijn hierbij sleutelwoorden. Maak je schetsen niet te klein, dan kun je er veel leuke details in verwerken. Geniet van allerlei kruipende en vliegende beestjes en knip ze in grote getale.

Ronde kleedjes 1

Door Maruscha Gaasenbeek

Altijd al leuk gevonden om kleedjes te knippen? Het is voor velen de start in knippersland geweest. Op school of club vouwde je een vierkant velletje papier dubbel en nog eens dubbel tot een kleiner vierkant. Daarna maakte een diagonale vouw er een ‘puntzak’ van en kon je beginnen. Eerst knipte je heel voorzichtig kleine stukjes uit de zijkanten. Later ontdekte je dat ook in de bovenkant geknipt kon worden. Nog steeds ‘ontdekken’ kinderen na openvouwen het hele rondje, waar zij een halfrondje knipten, evenals de ‘zoute drop’, waar slechts een driehoekje uit gehaald was!

Bij het kleedjes knippen in dit artikel kijk je niet naar wat je wegknipt, maar naar wat je wilt overhouden. In voorbeeld 1 is dat de tulp met het blad, in voorbeeld 2 de vogel, de grond onder z’n poten en de verbindingsbogen.

Na de bovenste rand beslaat het ‘tulp-met-blad’ motief de hele punt. Bij het 2e voorbeeld is (na de rand) de punt in tweeën gedeeld: de ene helft voor het vogelmotief en de andere voor het ‘grond met wurmen’ motief.

Zo kun je met elk eigen motief de punt vullen en een rond kleedje knippen.

 

  1. Neem een vel papier van 15×15 cm.
  2. Vouw 3x dubbel tot puntzak.
  3. Rond de bovenkant af.
  4. Teken het motief op de punt.
  5. Knip eerst door 2 laagjes.
  6. Trek het motief over op de punt er onder.
  7. Knip weer door 2 laagjes.
  8. Herhaal 6 en 7 nog tweemaal.

Vouw alles voorzichtig open en druk het knipsel plat.  Ingelijst een leuke wandversiering, verkleind en afgedrukt op kaartkarton, vrolijke wenskaarten!

 

Ronde kleedjes 2

Door Maruscha Gaasenbeek

Papierknippen is spannend, vooral als je het papier eerst vouwt.  Door een spiegeltje onder een hoek van 90°C naast de vouw te zetten kun je ongeveer zien hoe het gaat worden, maar bij meerdere malen gevouwen papier is dat moeilijker. Dus probeer om je aan de hand van een tekeningetje een totaal beeld te vormen: hoe meer laagjes, des te verrassender wordt het eindproduct.

Op de vorige bladzij vulden we de hele cirkelpunt met de tulp. Daarna deelden we die punt in tweeën voor het motief ‘vogel aarde’. We doen nu een stapje verder en delen de punt, na de buitenrand, in drieën voor de appelcirkel: ‘appel sierrand klokhuis’.

Neem een vel knippapier van 21×21 cm.
Vouw 3x dubbel tot puntzak.
Rond de bovenkant af.
Teken het motief op de punt.
Knip eerst door 2 laagjes.
Trek het motief over op de punt er onder.
Knip weer door 2 laagjes.
Herhaal 6 en 7 nog tweemaal.
Vouw alles open, druk het knipsel plat en leg het enige tijd in een groot boek.

Als je de smaak van de appel te pakken hebt kies je zelf een motief. In een wissellijst vormt het knipsel een prachtig cadeau. Zorg wel voor wat ruimte om het knipwerk. Wil je er meer mensen van laten genieten? Verklein je knipwerk en druk het af op verschillende kleuren kaartkarton.

Ei met Paashaas

Door Maruscha Gaasenbeek

Neem een ei. Maak boven en onder een gaatje en blaas het ei leeg. (Wil je meer eieren versieren koop dan een ei-uitblaas pompje. Veel gezonder!) Spoel binnen- en buitenkant van het ei na met azijnwater. Laat drogen.

Neem een velletje papier van 7,5×7,5 cm. Vouw dit dubbel. Teken de halve eivorm en de halve haas erop (afb. 1). Knip de neus uit. Knip borst en buik uit. Steek een gaatje en hol het oor uit. Knip dan de hele buitenkant van de haas uit. Vanaf de wang knip je naar het oog. Geef kleine knipjes (2 mm) onder zijn voorpoot, boven zijn achterpoot, bij de voet en onderin. (Hierdoor voegt het papier zich straks beter om de ronding van het ei.) Open je knipsel. Vind je twee kwastjes te veel? Haal er dan nu één weg. Plet je haasje in een dik boek.

Ga verder met het randje met haasjes. Pak daarvoor twee strookjes papier van 9×2 cm. Vouw in de lengte dubbel tot 9×1 cm. Teken van boven naar beneden halve haasjes, die met het oor aan elkaar zitten (afb. 2). Neem je schaar:
a. Knip aan de vouwlijn gezicht en buikje van elk haasje er uit (afb. 3, zwarte deel).
b. Knip bij de vouwlijn de stukjes papier naast het oor weg (afb. 3, gestreepte deel, vergroot detail).
c. Knip de buitenkant uit. Denk om de snorhaartjes! Open de strookjes.

Dit wordt een priegelwerkje, maar het resultaat is heel leuk. Smeer de omtrek van het ei in met behangersplaksel. Plak één randje vanaf het gat boven in het ei strak naar beneden tot midden onder (wat teveel is wegknippen). Plak het tweede randje langs de andere kant van het ei naar beneden. Laat drogen.

Pak je haas uit het dikke boek. Smeer één eihelft in met plaksel, leg je haas erop en smeer daar plaksel overheen, terwijl je hem voorzichtig vastdrukt. Bij de 2mm in-knipjes schuift het papier iets over elkaar heen en volgt zo de ronding van het ei. Maak tot slot het achterkant knipseltje: één haasje van afb. 3.
Hang het ei op d.m.v. de halve lucifer-met-draadje truc: Knoop een draad stevig vast om het midden van een halve lucifer en duw het houtje door het bovenste gat in het ei.

Zet eens een boom op

Als tafelversiering kan je een mooie boom maken. Het idee is afkomstig uit het artikel over de Amerikaanse Judith Meijers “Een toverbos van kerstbomen”, geschreven door Hanke Heims (Knip-Pers 1991-4).  Probeer eens om je eigen boom te maken!

De werkwijze bij ons: Neem een vel stevig groen papier A4 formaat. Knip dit in de breedte door. Leg de helften op elkaar en vouw in de lengte dubbel. Knip daar uit met stevige schaar de grond met halve boom. Doe open en naai ze op de vouw aan elkaar. Zet ze neer onder een rechte hoek op het ondergrondkarton en maak ze vast met kleine stukjes plakband.

Een verrassend en kleurrijk effect ontstaat door gekleurd papier (ook pasteltinten) te gebruiken met witte achterkant of twee vellen papier, verschillend van kleur.

Nog een variant: Knip na “de grond” niet direkt al een dier uit naast de boom, maar een vierkant, en daarna de boom. Na het openvouwen wordt uit elk van de vierkantjes een ander dier geknipt, of: een vader, moeder met twee kinderen, of met een wiegje en een kind; vier verschillende bloemen, attributen, enz.

Bovenstaande boom met kippen is gemaakt door Maruscha Gaasenbeek.

Door Maruscha Gaasenbeek
Deze tip verscheen eerder in Knip-Pers 1995-2

Knip kaarsen uit je Kerstkaart

Heerlijk werk, kerstkaarten knippen! Dit ontwerp leent zich voor kaarsen, kerstbomen, ballen en andere kerstonderwerpen. Het werkt net andersom als anders: wat je overhoud wordt je kaart!

Neem een vel zwart papier van 14 x 10,5 cm. Maak een zigzagvouw: de hoofdvouw komt op 8,3 cm en daarna vouw je beide delen terug naar de hoofdvouw.
Zet fig. 1 over op je gevouwen papier en maak vast met nietjes in de kaarsen. Knip de hele en halve kaarsen uit. Vouw gedeeltelijk open en knip nog een halve kaars uit de hoofdvouw. Naar je zin? Dan weet je nu hoe het gaat!

de hoofdvouw is de linkerzijkant er zit een vouw midden door de middelste kaars de rechterkant is ook een vouwlijn

Je eigen ontwerp werk het uit op bovenstaande manier. Plak het resultaat met enkele tipjes lijm op stevig wit papier. Maak 2 (verkleinde) kopietjes van het geheel en plak ze rechts onder elkaar op een liggend A4 wit papier iets vrij van de kanten

Ga naar een goede kopieerwinkel. Kies 160 grams wit papier. Voeg ze in een speciale la van de kopieermachine (men is altijd bereid je te helpen!). Leg je vel met twee kopietjes op de glasplaat. Maak eerst een dunne kopie om te zien of alles er goed op staat. Oké?
Stel het aantal gewenste exemplaren in en druk op start. Als alles klaar is snijd je de vellen netjes overdwars doormidden. Vouw elke strook dubbel en je kaarten zijn klaar.

En verder… Met je eigen ontwerp kun je ook verder experimenteren, zoals hieronder te zien is met het ‘kaarsen ontwerp’.
Verklein vier kopietjes van je knipwerk. Ga nu schuiven: leg zo naast elkaar, gedeeltelijk over elkaar heen, knip er onderdelen af, neem het negatieve beeld enz. Doe dit net zolang tot je een aardig totaal plaatje hebt gekregen. Daarmee stap je naar de kopieerwinkel. Je maakt tot kaartformaat verkleinde kopietjes enzovoort, zoals eerder beschreven.
Klinkt het ingewikkeld? Het doen valt erg mee. Gewoon beginnen en stap voor stap uitvoeren. Dan wordt je er snel handig in.

Kerstkleed en een snelle ster

Hoe groter het papier, hoe meer onderdelen er passen in de gevouwen punt. Als kerstkleedje is het een sieraad voor het raam (A). Maak een eigen vulling aan de hand van dit idee. Neem rustig de tijd en gebruik het voor je kerstkaarten.

Wat dacht je van gekleurd knipwerk? Grote rollen kaftpapier zijn in diverse effen kleuren te koop. De prachtige glans van dat papier geeft je knipsel nog iets extra’s. Kortom: mogelijkheden genoeg, echt een uitdaging om winteravonden mee te vullen.

Werkwijze:

A. Neem een vel papier van 30 x 30 cm. Vouw 3x dubbel tot een punt. Rond met potlood de bovenkant af. Doe nietjes door het uitstekende deel. Deel de punt in vieren: buitenrand 1 cm, motiefdeel 6 cm, binnenrand 1 cm, centrumdeel 6 cm. Breng je schets aan. Knip met een stevige schaar de tandjesrand. Doe nietjes door 2 laagjes en knip dat uit, herhaal het motief op de punt er onder en knip weer door 2 laagjes. Vouw alles open en druk het knipsel mooi plat.
B. Snijd uit de voorkant van dubbele kaart 13 x 13 cm een vierkant, diagonaal 9cm (= zijden 6,4 cm) op de punt. Vouw donkerblauw knippapier 8 x 8 cm drie keer dubbel. Knip of snijd de puntjes uit. Vouw open en plak achter het venster. Dek af met holografisch papier 8,5 x 8,5 cm of laat open.

Toch nog iemand vergeten een zelfgemaakte kaart te sturen? Dan is hier één idee voor een super snelle ster. Veel plezier bij het ontdekken van de variaties!

De bovenkant van de afbeelding is de open kant van het vouwsel in vieren.

 

Geknipte kunstwerkjes voor het poppenhuis

Van restjes papier knip je een héél klein plaatje. Maak daar een fraaie lijst omheen, aan de achterkant een ophangtouwtje en je knipperijtje is klaar! Hoe doe je dat?

Neem een zwart papiertje van ong. 5×7 cm. Een krantenfoto, van bijvoorbeeld een oude boerderij met bomen, prik je minstens twee meter van je af aan de muur. Knip op je gevoel het boompje, het dakje en alles wat je verder ziet na. Zo klein als je kunt! Kijk daarbij veel naar de foto en weinig naar je eigen papier. Houd het simpel. Een paar grassprietjes aan het eind voltooien het geheel.

Neem je knipsel tussen duim en wijsvinger, houd het van je af naar de foto toe en gluur door je oogharen om te zien waar er nog iets af moet. Tot slot hol je het deurtje uit. Gewoon een paar keer doen geeft een steeds leuker resultaat.
Plak met behangplaksel je knipsel op een stukje (zuurvrij) papier. Maak van strookjes mooi karton (bv. passe-partout karton), luciferhoutjes of ringetjes (voor portretjes) een lijstje. Een stukje garen, waarin je twee knoopjes legt is je ophanglus, die je met sterke lijm aan de achterkant plakt.

Natuurlijk is een boerderij slechts één idee. Wat dacht je van: eendjes in het water, een kind op een schommel, fruit op een schaal, een portret, de zee met een schip, een poes of een hond, een vaas met bloemen, een grachtenhuisje, een kinderwagen, een molen in het landschap enz. enz. Fantaseer er lustig op los! Zo ontstaat je eigen galerie.

Knipperijtjes, leuk om te maken, fijn om cadeau te geven én om te krijgen!

Lenteboeket

Een bloemetje bij het begin van de voorjaar! Tulpen laten zich goed knippen. Je kunt het liggende model (A) of het staande model (B) maken van een velletje gekleurd (glans)papier van 15×10,5 cm. De werktekeningen geven het halve ontwerp te zien, want je knipt uit dubbelgevouwen papier.

Werkwijze A:
Vouw je papier dubbel tot 7,5×10,5 cm.
Breng de tekening over of leg een kopie erop.
Maak alles met nietjes aan elkaar vast.
Maak met een mes een snee bij smalle gleuven.
Knip vanaf de vouw naar de buitenrand alles uit.
Vouw je knipsel open en plet het in een dik boek.
Plak eerst de vaas vast en tip dan hier en daar lijm.

Werkwijze B:
Vouw je papier dubbel tot 15×5¼ cm.
Zie verder A.
Dit tweede ontwerp leent zich heel goed voor vergroten, zelfs tot A4 formaat!

Tulpen in het voorjaar, maar ook narcissen, krokussen, blauwe druifjes en sneeuwklokjes! Maak een schetsje van deze bloemen in vaas of tuin en knip ze na. Plak je voorjaarsgroeten op een kaart en verras er iemand mee. Of vergroot je ontwerp tot A4, knip uit en lijst in tot een fleurige lentedecoratie in je huis.

Knipmerklap

Vele kleintjes maken één grote.

Op de eerste lessen oefen je de kniptechniek ‘draai het papier, knip met de schaar’ door het knippen van een hartje, een vlinder en een spar. Later komen daar zwaantjes bij en letters. Je ontdekt dat er veel dingen zijn die je uit een gevouwen papiertje kunt knippen. Voor deze knipmerklap breng je alle figuren samen.

Begin met een vel zwart/wit knippapier formaat A4. Teken met passer en liniaal de cirkels en
rechthoeken op de witte kant of vergroot onderstaande tekening tot A4. De brede letters teken je eerst op transparant papier. Dat leg je omgekeerd op je witte papier en je trekt de letters over in spiegelbeeld. Vouw het knipvel om over de lijn a. met de zwarte kant naar binnen. Je ziet nu halve cirkels 1 en 2 en een halve rechthoek 3.

Nu komt het knipwerk.
Cirkel 1: Het hart zit op twee plaatsen vast, opzij en onder, aan de rand van de halve cirkel. Maak nog enkele verbindingen met de rand. Sla die punten over met knippen: het hart ‘hangt’ daarmee aan de rand.
Cirkel 2: Voor de ster is het papier nog een paar maal extra gevouwen. Gebruik ev. een los geknipte ster als mal. Let op dat de punten aan de rand vastzitten (zie blz. 41).
Rechthoek 3: Slechts één zwaan en uitgeknipte golfjes leveren het knipsel in deze rechthoek op.

Zo werk je verder door de vouwlijn b te gebruiken voor de figuren 4,5 en 6. Het leukste resultaat krijg je door je eigen figuren te knippen!

De letters zijn geknipt volgens de ‘brievenbus’ manier. Knip eerst alle rondjes uit de letters. Knip dan de zijkanten en onderkant van het langwerpige lettervak open. Knip de letters nu verder één voor één uit, maar haal niets van de onderkanten af! Zo blijven ze ‘hangen’ aan de bovenkant en lijken, na inlijsten of opplakken, op de onderkant te staan.

Voor versieren van rand en middenstuk maak je vouwen op de versierlijnen c en d. Tot slot knip je je naam of initialen en je eerste grote knipwerk is klaar.