Dubbele Sterrenregen

Nú al kerststerren, hoor ik je zeggen Ja, vroeg beginnen, want iedereen krijgt dit jaar van jou een verschillende ster op de kerstkaart!

Oefen eerst met een vouwblaadje. Lukt het? Gebruik dan wit of geel papier. Van origami zilver en goud krijg je wel héél speciale sterren! Op de kaart past een-ster-op-de-punt uit een blaadje papier van 6×6 cm. Aan de slag:

Vouw een papiertje zoals hierboven (1/m5). De ‘M’ betekent : Middelpunt. Zorg dat deze punt altijd naar je toe ligt. Teken met potlood de lijnen op je gevouwen driehoek na.(I,II, III) Knip over de lijn; de gestippelde delen vallen eraf. Maak scherpe punten. Open je ster en leg hem in een dik boek om plat te worden.

Van elk soort dubbele ster is er één met dicht middenstuk , één met open middenstuk en één met veel sterretjes binnenin (DOV). OP deze wijze, dicht-open-veel, èn door andere vouwwijzen kun je zelf sterren verzinnen. Voor sterren met 8 even lange punten neem je een blaadje van 8×8 cm. Vouw dubbel als boven. (1/m5). Maak de zijkanten van 5 evenlang: knip de gestippelde driehoek eraf (5a). Met dit nieuwe model werk je I,II en III af. Voor een 6-punt ster vouw je na 1, niet dubbel maar in drieën, zoals 2a. Knip daarna het gestippelde eraf (2b) en begin bij I. Wil je het simpeler, doe dan 1,2,3 en teken vanaf I enz.

Leg elke ster op een rode of groene kaart en plak alleen de puntjes vast Gebruik heel weinig lijm gekleurde kaarten geven soms af. Zet de sterkaarten, die klaar zijn, naast elkaar op een plank of een kastje Tot december, als ze verstuurd worden, heb je nu je eigen tentoonstelling met de titel: “sterrenregen”!

Door Maruscha Gaasenbeek

Deze tip verscheen eerder in Knip-Pers 1995-3