Kerstkaarten

Ze zijn volop te koop, de kaarten met gestanste figuren, maar echte knippers maken ze natuurlijk zelf. Dan zijn ze tenminste origineel!

Kies voor een positieve (a) of negatieve (b) vorm van engel, kerstspar of ster. Je snijdt hier bij in de kaart. Kies voor minder zwaar knipwerk (c) de kerstkrans.

a en b : Neem een dubbele kaart (15 x 21cm). Leg open en teken (met carbon) de engel (spar, ster) links. (Kopie erop vastnieten kan ook). Snij en/of knip alle gestreepte delen eruit. Bij a is dat dus hoofdzakelijk de omtrek, bij b is het de vorm zelf die je eruit haalt. (Handig hierbij: mesje en snijmat). Plak een velletje vlieger- zijdevloei- of overtrekpapier tegen de vorm aan de binnenkant van de kaart. Wit op wit is heel verfijnd; een kleurtje er achter geeft mooi contrast. Plaats de kaart voor een lichtbron voor optimaal effect.

Neem een kaart met cirkelvormige uitsnijding van 7 cm. Plak een cirkel overtrekpapier (9 cm) binnenin de kaart op de cirkelrand vast. Vouw een stukje (regenboog-, kerst-)papier dubbel. Teken de halve krans tegen de vouw of niet de kopie erop vast. Knip uit en vouw de krans open. Neem de voorkant van de kaart en lijm de krans op het overtrekpapier; de strik valt over de cirkelrand op de kaart. Elk geknipt figuur kun je op deze manier gebruiken. Het kan ook zonder, overtrekpapier: maak dan het knipwerk zo groot dat je het direct op de rand van de cirkel kunt plakken.

Door Maruscha Gaasenbeek
Dit artikel verscheen eerder als Knip-in, Knip-Pers 1996-4