Christelijke symbolen III

Door Rieny van Beek

Deugden en ondeugden
Reeds in de vierde eeuw na Christus treffen we in de christelijke tradities de gedachte van de zeven deugden met daar tegenover de zeven ondeugden of hoofdzonden aan. Tot de deugden rekent men de drie goddelijke deugden: geloof, hoop en liefde en de vier kardinale deugden: standvastigheid, rechtvaardigheid, matigheid en voorzichtigheid. Deze deugden samen vormen een zevental, wat het getal der volmaaktheid is.

De zeven ondeugden zijn: hovaardij, gierigheid, nijd, toom, onmatigheid, luiheid en onkuisheid.

In het algemeen worden de deugden en ondeugden voorgesteld als een vrouwelijk persoon met één of meer attributen. Dit verschijnsel noemt men personificatie. In de Middeleeuwen worden vaak de deugden en ondeugden als elkaars tegengestelden afgebeeld om daarmee de mens te waarschuwen op het rechte pad te blijven. In de 17e eeuw zien we afbeeldingen van deugden op preekstoelen verschijnen, als oproep tot het leiden van een goed leven.

De drie goddelijke deugden
De drie goddelijke deugden: geloof, hoop en liefde vinden we in de bijbel in 1 Korinthe 13.

  

Liefde
De liefde tot God wordt afgebeeld als een vrouwenfiguur met een brandend hart: vurige liefde. De liefde tot de naaste komt tot uitdrukking in de zeven werken van barmhartigheid, dit zijn: het laven van dorstigen, het voeden van hongerigen, het bezoeken van gevangenen, het vertroosten van zieken, het herbergen van reizigers en liet kleden van naakten. Aan deze zes liefdewerken wordt sinds de 13e eeuw toegevoegd: het begraven van doden.

Geloof
Het geloof wordt voorgesteld als een vrouw met als attributen: kruis, beker en boek. Het kruis verwijst naar het offer van Christus en zijn opstanding; de beker wijst naar het avondmaal; het boek of de wetstafels wijzen naar het woord van God, wat de grondslag van het christelijke geloof is.

Hoop
De hoop is door de eeuwen heen afgebeeld als een vrouwenfiguur m als attribuut een anker. Dit vindt zijn grond in Hebreeën 6, waar in de hoop beschreven wordt als anker der ziel, veilig en vast. In de Middeleeuwen heeft de hoop nog verschillende attributen, zoals schop, sikkel en hoorn des overvloeds, verwijzend naar de hoop op een goede oogst; een vogelkooi, verwijzend naar de hoop op vrijheid; en een schip, wat wij St naar de hoop op een behouden thuis komst.

De vier kardinale deugden
De oorsprong van deze deugden is te vinden in én van de apokriefe (=verborgen) boeken, die bekend is als “De Wijsheid van Salomo”. Daarin staat: deugden zijn het resultaat van de inspanning der wijsheid. Want zij leert: matigheid, voorzichtigheid, rechtvaardigheid en standvastigheid.

Voorzichtigheid is een vrouw met als attribuut een slang of spiegel. De slang wijst naar Mattheus 10:16, weest dan voorzichtig als de slangen. De spiegel is een verwijzing naar zelfkennis.

Rechtvaardigheid wordt afgebeeld als een vrouw met weegschaal en zwaard als attribuut, sinds de 16e eeuw bovendien geblindoekt. Dit wijst er op dat rechtvaardigheid zonder aanzien des persoons te werk gaat. Deze personificatie van het recht zien we nu nog steeds in gebruik bij gerechtsgebouwen als “vrouwe justitia”.

Matigheid wordt voorgesteld als een vrouw met als attributen allerlei meetwerktuigen zoals passer, liniaal en zandloper. Dit betekent dat zij de juiste maat moet meten. Een zandloper geeft soms ook aan de VERGANKELIJKHEID van het leven, dit in combinatie met een cirkel, wat dan de EEUWIGHEID voorstelt.

Standvastigheid is een vrouw, vergezeld van een pilaar, de drager van een kathedraal. Soms wordt STERKTE als laatste deugd genoemd in plaats van standvastigheid. Dan zien we de leeuw of de stier als attribuut; dit wijst op lichamelijke kracht.

De Stier is ook een egyptisch symbool voor VRUCHTBAARHEID.

De Leeuw heeft meerdere betekenissen. Wanneer de leeuw vecht met een draak symboliseert hij het goede. Wanneer de leeuw een lam aanvalt is hij juist het tegenovergestelde: het kwade. Eén of twee leeuwen als standbeeld bij een deur of ingang geven de leeuw de betekenis van deurwachter en zijn zo symbool voor WAAKZAAMHEID.

Nog twee deugden

Snelheid Het symbool van de snelheid is de arend.

Een voorbeeld van dit symbool is te vinden in Tel Aviv in Isra Daar staat, een standbeeld, opgericht voor de strijders van de zesdaagse oorlog (1967). Het stelt de arend en de leeuw voor. Eronder staat de tekst: “Zij waren sterker dan leeuwen, sneller dan arenden.”
Een andere betekenis van de arend of adelaar zien we in de heraldiek. Daar is de adelaar evenals de leeuw het symbool van koninklijke macht.

Waarheid Symbool voor de waarheid is een vrouwenfiguur met de attributen palmtak, boek en wereldbol. De palmtak (ook wel lauwerkrans) wijst op de OVERWINNING van de waarheid op de leugen. Het boek wijst op de bijbel, waarin de waarheid te vinden is. De wereilbol geeft aan dat de waarheid in de wereld het meeste waard is. Ook een symbool voor de waarheid is de zon: de waarheid houdt van het licht, de leugen van het duister. De zon is ook een symbool voor God, die waarheid is. Jezus zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.

Zo is de zon ook een symbool voor Christus, te lezen in Maleachi, waar geschreven wordt over de Christus als de “Zonne der Gerechtigheid”. In de 19e en 20e eeuw zijn de attributen, die de vrouwenfiguren vergezellen, steeds meer een eigen leven gaan leiden en het symbool voor de deugd geworden. De drie goddelijke deugden zijn daarvan het bekendste voorbeeld. Geloof, hoop en liefde beelden wij nu af als kruis, anker en hart.

In het hierboven afgebeelde knipsel zijn deze deugden verwerkt en aangevuld met symbolen uit een vorig artikel, zoals lelie (barmhartigheid), roos (kuisheid), pauw (onsterfelijkheid), duif (vrede) en haan (waakzaamheid).

Literatuur:
Klaas Dijkstra: Christelijke symbooltaal.
30 Plaatjes met christelijke symbolen, op de achterzijde kort toegelicht, een uitgave van de Vereniging tot Verspreiding van de Heilige Schrift.
Fritz Griebel: Zeichen der Christenheit.

Knipsels door Rieny van Beek.
Dit artkikel verscheen eerder in Knip-Pers 1986-2.