Christelijke symbolen

Door Rieny van Beek

Christelijke symboliek is ontstaan rond het begin van onze jaartelling. De eerste Christenen trachtten zich onder moeilijke omstandigheden een plaats te veroveren temidden van de andere wereldgodsdiensten. De Romeinen zien in het Christendom een bedreiging en verbieden deze godsdienst. Christenen worden om hun geloof vervolgd en gedood, daarom is het een hachelijke zaak om openlijk voor hun geloof uit te komen. Dus zoeken de eerste christenen naar symbolische voorstellingen en voor werpen om contact met elkaar te onder houden. Dit is niet zo gevaarlijk omdat de voorstellingen en voorwerpen in eerste instantie een andere betekenis hebben.

In de Middeleeuwen zien we ook veel symbolen ontstaan. Omdat de meeste mensen in die tijd niet kunnen lezen en schrijven worden symbolen en symbolische voor stellingen gebruikt om de mensen te wijzen op de tegenstellingen tussen goed en kwaad, deugden en ondeugden. Dit wordt vaak zeer realistisch weergegeven.

Rieny van Beek

Het dier als symbool

In de eerste eeuwen van het christendom wordt de VIS als symbool voor Christus gebruikt. De symbooltaal is in deze tijd ook geheimtaal onder de christenen vanwege de geloofsvervolgingen. Aan deze eis voldoet de vis uitstekend, want de symbolische betekenis ligt niet voor de hand.
In die tijd was een van de hoofdtalen Grieks.
Het griekse woord voor vis is ichtus en bestaat uit vijf griekse letters: i—ch—th—u—s.
Deze letters vormen dé beginletters van de woorden:
Ièsous Christos Theou Uios Soter, dat wil zeggen: Jezus Christus Zoon van God Redder.
Via deze geloofsuitspraak is de vis een Christussymbool geworden.
Vissen worden soms ook afgebeeld met betrekking tot de doop. Hierachter ligt de gedachte, dat zoals de vis niet zonder water kan leven, zo kan de ware christen niet leven zonder het water van de doop. Zo is de vis een symbool voor Christus, maar soms ook een verwijzing naar de dopeling. Ook wordt in dit verband het beeld van Jona en de vis gebruikt. Als Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster heeft doorgebracht, wordt hij weer op het land gespuwd om alsnog de stad Ninevé op haar fouten te wijzen. Jona is het beeld van de dopeling, die na de doop ontvangen, zijn leven gaat wijden aan God.

Een tweede dier, dat tevens een Christussymbool is, is het LAM.
Dit dankt zijn verwijzende functie aan Johannes 1:29 “Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt”. In Jezus tijd werden dagelijks lammeren als zoen- en schuldoffer aan Jahwe opgedragen. Hieraan zal men toen direct gedacht hebben. De christen brengt het Lam Gods tevens in verband met het boek Openbaringen, waar het de zegels van de boekrol opent. De nadruk ligt bij dit beeld op het offerkarakter van Jezus’ dood.

Rieny van Beek

Een bekend dier in de christelijke symboliek is de DUIF.
Algemeen bekend is de duif als symbool voor de vrede. Zij is dan vaak voorzien van een olijftak als attribuut. Dit gegeven vinden we terug in het verhaal van Noach, die na de zondvloed een duif weg laat vliegen, die ‘s avonds terugkeert met een olijftak in haar snavel, ten teken dat er weer vrede is tussen God en de mens. Een neerdalende duif is het symbool voor de Heilige Geest. Het verband  tussen de duif en de Heilige Geest wordt in de bijbel gegeven. In Matth. 3:16 lezen we: “Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen”. Tenslotte verwijzen zeven duiven (afgebeeld in een kring) naar de zeven gaven van de Heilige Geest: wijsheid, verstand, raad, sterkte, kennis, vreze des Heren en vroomheid. (Jes. 2:2 en 3). In de latijnse vertaling van de bijbel, de vulgaat, is de vroomheid toegevoegd. Deze voorstelling kan ook weergegeven worden als één neerdalende duif met zeven stralen.

Rieny van Beek

De PAUW is het beeld van de opstanding of onsterfelijkheid. Staat de pauw tussen tekens die op Christus wijzen, zoals kruis of christogram, dan betekent het de opstanding van Christus.

De HAAN kan als symbool verwijzen naar verschillende zaken. Om te beginnen kan de haan een symbool voor Christus zijn. Als de haan ‘s morgens vroeg met zijn gekraai aangeeft dat de nacht ten einde is en de nieuwe dag begint dan is zijn gekraai een teken van overwinning op de duisternis. Zo is ook Christus overwinnaar van de duivel en de duistere machten.
De weerhaan op de kerktoren, ons allen bekend, is een verwijzing naar degenen die “met open vizier strijden”, ter verdediging van de kerk en het christelijke geloof in een wereld, die doortrokken is van boze machten. Boze machten, die door de wind worden gesymboliseerd. In de katholieke kerk verwijst de haan naar de biecht en passie; dat vindt zijn oorsprong in de rol die de haan speelt in de nacht van de verloochening van Petrus.
Een laatste symbool van de haan is waakzaamheid. De haan is het dier dat iedereen wekt, dus moet hij zelf waakzaam zijn. Ieder mens moet als de haan waakzaam zijn met het oog op de wederkomst van Christus.

De UIL, het voor de wijsheid, wordt in de christelijke symboliek gebruikt als symbool voor de satan. Zoals de uil. een nachtdier is en de duisternis waardeert boven het licht, zo wordt ook de satan afgeschilderd als de macht der duisternis.

In het scheppingsverhaal komen we de SLANG tegen, die Eva verleidt tot het eten van de verboden vrucht en zo de oorzaak is van de zondeval. Hier is de slang een symbool voor de duivel.
In Numeri 21 staat het verhaal van de slangenplaag, waardoor de lsraëlieten geteisterd worden op hun woestijntocht. Om te voorkomen dat het hele volk sterft, moet Mozes een koperen slang op een stok plaatsen. Ieder die gebeten is zal in leven blijven wanneer hij naar de slang opkijkt. In dit geval. wordt de opgerichte koperen slang gezien als een heenwijzing naar de kruisdood van Christus.
Een bij ons algemeen voorkomend symbool van de slang is het esculaapteken, in gebruik bij artsen. De naam is afgeleid van de griekse God der geneeskunst: Asclepius, die vereerd werd in de gedaante van een slang. Zijn romeinse naam is Aesculapius, staf en slang zijn de symbolen.
Een laatste verschijningsvorm van de slang als symbool is de ouroboros, een grieks woord voor “staartvreter”. Het is een slang, die zichzelf in de staart bijt en op deze manier een cirkel vormt. Het is zo een symbool voor de eeuwigheid. Wanneer dit in combinatie afgebeeld wordt met een zandloper, zien we de tegenstelling eeuwigheid-vergankelijkheid.

Rieny van Beek

Om het HERT als symbool te kunnen gebruiken, worden er bovennatuurlijke eigenschappen aan toegeschreven. Dit staat in de Physiologus, een middeleeuws boekwerk, waarin eigenschappen van dieren en fabeldieren worden toegepast op Christus, de duivel en de kerk. Over het hert vertelt de physiologus, dat het de natuurlijke vijand is van de slang (het kwaad). Het hert vervolgt de slang en als hij hem heeft gevangen, snuift hij het gif eruit en vermorzelt de slang onder zijn hoeven. Dan zoekt het hert water om het slangengif te neutraliseren. Zo herleeft het hert door het water. Het hert is hier het symbool van het goede, maar ook een verwijzing naar de doop, namelijk vernieuwd leven door water.

Het hert komt ook voor in verband met Sint Hubertus. Volgens de legende achtervolgde Hubertus op Goede Vrijdag een reusachtig hert, dat zich tenslotte naar hem omkeerde met een schitterend kruis tussen het gewei. Een stem beval hem zich onder leiding van de Heilige Lambertus te stellen. Daarom is Hubertus (bisschop van Tongeren-Maastricht) schutspatroon van de jacht.

Dit artikel beoogt niet volledig te zijn. Aanvullingen zijn van harte welkom, zodat te zijner tijd een aanvullend artikel over dit onderwerp kan volgen.
Literatuur:
Christelijke symbooltaal van Klaas Dijkstra.
Symbols, Signs en Signets van Ernst Lehner.
Bijbels woordenboek van Frithiof Dahiby, vertaald door J.M.Vreugdenhil.

Dit artikel is eerder gepubliceerd  in Knip-Pers 1985-4