Het Johanniter- of Mathezerkruis

Door Rieny van Beek

Tijdens de eerste kruistocht werd de orde van St. Jan gesticht. Toen de kruisridders onder leiding van Godfried van Bouillon in 1099 de stad Jeruzalem hadden veroverd, vonden ze in de omgeving een klein hospitaal, gewijd aan Johannes de Doper. Een aantal ridders vormden een verplegersorde: de ridderlijke orde van het hospitaal van St. Jan te Jeruzalem.
Het kenteken van deze orde is een achtpuntige witte ster. De acht punten wijzen naar de acht zaligsprekingen (Mattheus 5:3 t/m 11): Zalig zijn de armen van geest, de treurenden, de zachtmoedigen, de hongerigen, de barmhartigen, de reinen van hart, de vreedzamen, de vervolgden.

 

Van 1309 tot 1522 verplaatste de orde zich naar het eiland Rhodos en in de 16de eeuw werd het eiland Malta het hoofdkwartier van de orde.

In ons land hebben de ridders van St. Jan al in de 13de eeuw de St. Janskerken en gasthuizen gesticht. Rond 1250 beheerden zij in Utrecht het St. Catharijneklooster met het daarbij behorende gasthuis.

Tegenwoordig kennen we in Nederland twee takken van de orde van St. Jan: de orde van Malta, een roomskatholieke orde en de Johanniterorde, een protestantse orde. Beide werken nauw samen met het Nederlandse Rode Kruis. De Johanniterorde bezit enkele tehuizen voor lichamelijk gehandicapten. Prins Bernhard was de landcommandeur van de Johanniterorde in Nederland.

Het Hugenotenkruis

Oorspronkelijk was het Hugenotenkruis het teken van de Franse protestanten in de tijd van hun geloofsvervolging in Frankrijk In de 16de en 17de eeuw. Nu is het internationaal het symbool van het wereldprotestantisme. De symboliek van het Hugenotenkruis bestaat uit drie delen. Het hoofdbestanddeel is het Maltezerkruis. Op de acht punten van dit kruis bevinden zich acht parelen. Tussen de armen van het kruis is een krans van vier lelies. Deze lelie, eigenlijk een lisbloem, is het teken van het Franse koningshuis. Deze vertegenwoordigt het wereldgezag, waaraan de Franse protestanten, ondanks alles, trouw wilden blijven. De lelie is ook een symbool voor reinheid. De vier open ruimten tussen de armen van het kruis vormen vier harten, symbolen van trouw. Het aanhangsel is een neerdalende duif als symbool van de Heilige Geest.

Gelezen:
S.S. Smeding, 24 Christelijke Symbolen.
Zie ook “Lexikon der Symbole”.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1987-3