Kerst begrippen

Door Rieny van Beek

Bethlehem, de geboorteplaats van het kindje Jezus. De naam betekent broodhuis.
Stal, de plaats waar Jezus geboren werd, eigenlijk een grot, die als schaapskooi benut werd. In 330 liet keizer Constantijn boven de geboortegrot de Basiliek der geboorte bouwen. In het midden van de oostelijke wand van de grot bevindt zich de geboortenis, waarvoor een altaar geplaatst is, onder het altaar is een zilveren ster te zien met het opschrift: Hic de Virgine Maria Jesus Christus natus est (Hier is Jezus Christus uit de maagd Maria geboren).
Maria, de moeder des Heren.
Jozef, de man van Maria, timmerman uit Nazareth.
Kribbe, een voederbak voor de dieren, hierin werd het kindje Jezus gelegd door Maria zijn moeder. Het is het symbool voor onze geestelijke verlossing.
Stro, een herinnering aan de kribbe van Bethlehem, het symbool voor een goede oogst en de vruchtbaarheid van de aarde.
Engel, een brenger van de goede boodschap, boodschapper van God.
Engel met bazuin, een heraut, brengt de aankondiging van Jezus geboorte.
Herders, zij hoorden de engelenzang en waren de eersten die het kindje kwamen aanbidden. Symbool voor koning of kerkelijk leider.
Schaap, symbool voor de vrome mens, geduldig en lijdzaam.
Os en ezel, zij zijn in het kerstverhaal gekomen in de Middeleeuwen door Franciscus van Assisi op grond van het woord van Jesaja 1 vers 3: “Een os kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester. Ook kunnen zij het symbool zijn van het oude en het nieuwe testament, die door de geboorte van de Messias verbonden werden.

afb. 1 en 2, Rieny van Beek

Ezel, deze is het symbool voor de nederige mens, nuttig en goedig, maar soms ook koppig en dom.

An van Hoogstraaten

Morgenster, aankondiging van de dageraad en opkomst van de zon, die het duister van de nacht overwint. De komst van Christus in de wereld is als het opgaan van de ster. Christus is de morgenster.

Maria Stevens

Drie koningen, wijzen of magiërs, zij zagen de geboortester. In latere tijden werden zij van namen voorzien: Caspar, Melehior en Balthasar. Zij gaven het Christus kind geschenken.
Goud, symbool van het goddelijke koningsschap.
Mirre, symbool van de versterving, Gods zoon zal sterven.
Wierook, symbool van aanbidding en verering van het Christuskind.
Kameel, rijdier van de wijzen of magiërs, dikwijls voorzien van versierselen en soms met een soort baldakijn tegen de felle zon.

Gelezen:
Woordenboek van Bijbelse beelden en symbolen, Manfred Lurker.
Bijbelse encyclopedie, Prof. Dr. W.H. Gispen e.a.

Eugeen Van den Broeck.

Met een glimlach naar de Kerstdagen toe en met een knipoog naar het Nieuwe Jaar!

Dit artikel is eerder gepubliceerd in  Knip-Pers 1990-4