Kerstsymboliek

Liesbeth Veldhuysen

Door Rieny van Beek

Onze Germaanse voorouders vierden het midwinterfeest of joelfeest. Dat was een doden, vruchtbaarheids- en zonnefeest. De Germanen vereerden bomen, vooral de eik was een heilige boom. Tijdens het joelfeest ontstaken zij vuren en lichten bij grote bomen om de doden te eren. Ook het haardvuur, dat heilig werd beschouwd, werd op het joelfeest gedoofd en opnieuw aangestoken. Er werd een wortelig stuk van de onderstam van de eik verbrand, joelblok genoemd, waarvan de as een genezende eigenschap had en de vruchtbaarheid bevorderde, wanneer ze over het land werd uitgestrooid.

Heleen Derksen Staats-van Spaandonk

Het joelfeest werd gevierd van 25 december tot 6 januari, wanneer de zon in de laagste stand stond. Gedurende de joeltijd mocht niets op aarde draaien, de spinnewielen werden stilgezet. Na 12 nachten werd als afsluiting van het joelfeest een draaiend rad rondgedragen of een brandend rad van een berg gerold als teken van het weerkerende zonlicht. Op het joelfeest werd een joelboom opgericht op het dorpsplein, waarbij men zong en danste. Het woord joel is afgeleid van hjul, dat rad of wiel betekent. In het Deens, Noors en Zweeds komt het woord in deze betekenis voor. Het kerstfeest wordt daar nog steeds Jul genoemd.

I.L.G. Kerp-Schlesinger

Na de komst van het christendom werden de heidense gebruiken verboden. Karel de Grote liet in de Saksenwetten het verbod van de boomverering opnemen en verbood ook het plaatsen van lichten en vuren bij bomen, Het oude volksgeloof was niet uit te roeien, daarom heeft de kerk het oude joelfeest gekerstend door de geboortedag van Christus op 25 december te plaatsen en het feest van Driekoningen op 6 januari. De kerkvader Ambrosius noemde Christus de nieuwe zon, Christus werd het licht der wereld.
Hoewel de kerk de joelboom verbood, bleef deze gewoonte toch in enkele streken van Duits land bestaan.

Chris van Veen-Scholten

De kerstboom door de tijden heen
Het oudste gebruik van de kerstboom, voorzover uit oude stukken bekend, komt voor in de Elzas. Uit 1561 is een verordening bekend waarin staat dat iedere burger met kerst slechts één mei mag omhakken. Met een mei wordt een feestboom bedoeld en een wintermei is een kerstboom. Uit 1605 is bekend dat in Straatsburg de gewoonte bestond om met Kerstmis een sparrenboom in de kamer te zetten. Deze bomen waren versierd met appels en papieren bloemen. Uit brieven van Liselotte van de Paits (1652-1722) is bekend dat er een kerstboom stond in het paleis in Hannover.

An van Hoogstraten-de Saegher

In de l8de eeuw kwam de kerstboom steeds vaker voor in Duitsland. Liselotte, die trouwde met een broer van Lodewijk XIV, probeerde de kerstboom aan het hof te Versaille te introduceren, maar de zonnekoning wilde deze Duitse mode niet. Het duurde tot 1840 voordat prinses Hélène van Orléans een kerstboom in de Tuilleriën ontstak. In Engeland schonk Albert van Saksen in 1840 een versierde kerstboom van 40 voet hoog aan zijn gemalin koningin Victoria. In Hongarije was het ook een vorstin, die de kerstboom introduceerde, prinses Maria Dorothea van Würtemberg, de derde vrouw van aartshertog Josef. Vanaf de l9de eeuw zien we de kerstboom ook in Zwitserland en Oostenrijk.

In Amerika is de gewoonte van de kerstboom meegebracht door de Duitse emigranten. August Imgart richtte in 1847 voor het eerst een lichtboom op in de Nieuwe Wereld en sindsdien is de kerstboom daar populairder dan in Duitsland. Honderd jaar later, in 1947, werd ter ere van dit feit een herinneringsbord gemaakt in Amerika.

To van Waning-Mijnlieff

In Nederland en Vlaanderen komt de kerstboom pas vanaf het einde van de l9de eeuw voor. Duitsers, die hier woonden, brachten de gewoonte van de versierde boom mee. Dat een kerstboom toen nog iets bijzonders was blijkt uit een bericht in de ‘Wageningsche Courant’ van 23 december 1875, waarin stond aangekondigd dat op donderdag-, vrijdag- en tweede kerstdagavond de kerstboom van banketbakker G. Hijnekamp verlicht was. Eerst kwam het gebruik voor in de kerk en de zondagsschool, daarna hij de gegoede burgerij in de stad, later was het ook algemeen bekend op het platteland.

Kwam de boom eerst vooral binnenshuis voor, tegenwoordig ziet men steeds meer verlichte bomen buiten staan. Grote verlichte bomen staan in het midden van de stad naar Scandinavisch voorbeeld. Kleinere bomen verlichten ‘s avonds steeds meer de tuinen. Eveneens uit de Scandinavische landen is het gebruik overgenomen om in de kersttijd in de masten van schepen kerstgroen aan te brengen. Vooral in de havens van Delfzijl en Harlingen liggen dan veel versierde schepen.

Frouke Goudman-Cupido

Kerstboomversieringen
De oudste kerstboomversieringen bestonden uit appels, noten, verschillende koekvormen, papieren bloemen, suikergoed en kaarsjes. De eetbare versieringen waren vruchtbaarheidssymbolen en bedoeld als offers voor de goden. De koekvormen bestonden uit kransjes, krakelingen en honingkoeken in de vorm van een paard, hert, eekhoorn, geluksvarken of levens boom met mensenpaar. De kransjes, eerst van koek of suikergoed en later van chocolade, stelden de zon voor, herinnerend aan het midwinter-of zonnewendefeest. De boom bleef tot Driekoningen staan om dan door de kinderen geplukt te worden.

Ook werden er zilveren slingers gebruikt, die aan de boom rijkdom en lichtglans gaven. De papieren bloemen en rozetten herinnerden eraan dat de kerstboom of joelboom niet alleen vruchtdragend, maar ook een bloeiende boom was. In de top bevond zich een ster met acht stralen; deze stelde oorspronkelijk het zonnerad voor, maar kreeg later de betekenis van de ster van Bethlehem.

Sister Nary Jean Dorcy

Omstreeks 1880 verdwenen de eetbare en papieren versieringen. Zij werden vervangen door verzilverde, glazen voorwerpen. De chemicus Justus, Freiherr von Liebig had een methode ontdekt waardoor glazen voorwerpen verzilverd konden worden. De glasblazers in Thüringen pasten dit nieuwe procédé toe en maakten zilverkleurige glazen kerstboomversieringen in de vorm van ballen, klokken, trompetjes en dergelijke. De verlichting van echte kaarsjes herinnerde aan de lichtgevende wereldboom. Een kerstboom met brandende kaarsjes was sfeervol en het hoogtepunt van de kerstfeestviering. Na de opkomst van de elektrische kerstboomverlichting is de kerstboom geworden tot een gezellige schemerlamp die dagelijks brandt.

Gelezen:
Dr. C. Catharina van de Graft – Nederlandse volksgebruiken bij hoogtijdagen.
S.J. van der Molen – Onze Folklore – Het jaar rond.
A.P. van Gilst – De Kerstboom, herkomst, geschiedenis en folklore.
Henk Sweers e.a -Jaarfeesten.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1992-4