Categoriearchief: kinderen

IJskristallen

Onder een microscoop zie je de prachtige structuur van ijskristallen. Geweldig om te knippen met een sterke, scherpe schaar! Neem velletjes dun wit of zilver papier van 8 x 8 cm.

Voor de werktekeningen bij A vouw je het papier in 6-en, voor de werktekeningen bij B in 8-en (zie Sterrenregen). De punt onderaan is het middelpunt van het papier; de stippellijnen zijn de vouwen. Doe, als het kan, een nietje door het weg te knippen deel. Vind je het erg klein, vergroot de werktekeningen en kies je eigen papiermaat. Heb je eenmaal de slag te pakken, laat je fantasie dan samen met je schaar, nieuwe, onbekende kristallen creëren!

Sneeuw

Met het vallen van sneeuwvlokken wordt de wereld wit en stil. De bomen en struiken lijken betoverd. Elke voetstap veroorzaakt een dof krakend geluid. Vriendelijk schijnt ’s avonds het lamplicht uit de ramen. Kun je je voorstellen hoe alles er dan uit ziet? Dan nu snel een schaartje pakken met een stukje zwart papier en je sneeuw-/kerst-kaart komt eraan!

WERKWIJZE

Neem zwart/wit papier van 13 x 8,5 cm. Maak een schets van bv. een huis met wat sparren er omheen. Nu goed nadenken: wegknippen wat wit moet zijn! Vind je dat moeilijk, zet dan eerst streepjes in alles wat je weg gaat knippen. Ook de verlichte ramen en het deurgat worden uitgeknipt. Op de grond ligt al een heel pak sneeuw bobbelig over de planten in de tuin, zodat daar zwarte schaduwen ontstaan. De schoorsteen krijgt een wit hoedje. Als laatste knip je gaatjes in de donkere lucht: sneeuw!

Je winterse knipsel is klaar. Kijk verder eens in een boek met landschappen, fotoboek en dergelijke. Hekken, kerkjes, planten, appeltjes op een schaal: met een laagje sneeuw erop zijn het betoverende knipobjecten.

Sterrenregen

Vroeg beginnen met het maken van kerststerren, dan krijgt iedereen dit jaar van jou een verschillende ster op de kerstkaart.

Oefen eerst met een vouwblaadje. Lukt het? Gebruik dan wit of geel papier. Van origami zilver of goud maak je wel héél speciale sterren! Op de dubbele kaart van 14,8×10,5 cm past een ster-op-de-punt. Aan de slag:

Vouw een velletje papier van 6×6 cm dubbel zoals hierboven (1 t/m 5). De ‘M’ staat voor ‘Middelpunt’ van je blaadje. Zorg dat deze punt altijd naar je toe ligt. Teken met potlood de lijnen van één van de negen tekeningen op je gevouwen driehoek na. Doe een nietje in de bovenste rand. Knip over de lijnen, de gestippelde delen vallen af. Maak scherpe hoeken. Open je ster en leg hem in een boek om plat te worden.

Van elk soort dubbele ster is er één met dicht middenstuk, één met open middenstuk en één met veel sterretjes binnenin. Op deze manier, dicht, open en veel én door andere vouwwijzen kun je zelf sterren verzinnen.

Voor sterren met 8 even lange punten neem je een velletje papier van 8×8 cm. Vouw dubbel als boven (1 t/m 5). Maak de zijkanten van 5 even lang: knip de gestippelde driehoek af (5a). Met dit nieuwe model driehoek werk je weer de negen tekeningen af.

Voor een 6-punt ster vouw je, na 1, je papier niet dubbel maar in drieën, zoals 2a. Knip daarna de gestippelde delen af (2b) en maak de lijnen ongeveer als bij de negen tekeningen.

Leg elke ster op een kaart in afstekende kleur. Plak alleen de puntjes vast. Gebruik weinig lijm: gekleurd karton geeft soms af! Zet de sterkaarten, die klaar zijn, naast elkaar op een plank. Tot december, als ze verstuurd worden, geniet je van je eigen tentoonstelling met titel : ‘Sterren regen’!

Sneeuwkristallen

Door Rieny van Beek

Sneeuw bestaat uit zeer veel verschillende fijne sneeuwkristallen. Er zijn van sneeuwkristallen ongeveer dertigduizend foto’s gemaakt en tot nu toe zijn die allemaal verschillend! Ze hebben echter wel één overeenkomst: ze zijn allemaal zestallig symmetrisch, dat wil zeggen. ze zijn allemaal een variatie op de zeshoek. Er zijn verschillende factoren die de vorm van het sneeuwkristal beïnvloeden, zoals de temperatuur, de vochtigheid of de luchtbeweging. In eenzelfde wolk kunnen onderling verschillende kristallen voorkomen.

Om een sneeuwkristal te kunnen knippen, beginnen we met een regelmatige zeshoek te vouwen.

Deze kniptip verscheen eerder in Knip-Pers 1989-4

Bomen

Door Rieny van Beek.

De silhouetteboom
Bij het knippen van bomen kan men uitgaan van het silhouet van de boom. Elke boom heeft zijn karakteristieke vorm. In plaats van blaadjes worden er Zwarte vlakken geknipt. Knip deze zwarte vlakken zo, dat de boom herkenbaar wordt.
Silhouet van ceder (afb. 8), van cypres (afb. 4).

De takkenboom
In de winter is de boom kaal, en laat goed zien hoe de takken zijn opgebouwd. De stam is van onderen breed en loopt naar boven smal toe. De zij takken zijn bij het begin breed en worden naar het eind toe steeds smaller. Zij hebben alle dezelfde richting, naar boven bij beuk of eik en naar beneden bij de treurwilg. De stevige zijtakken hebben weer kleinere zijtakken. Silhouet beuk (afb. 2) en treurwilg (afb. 5).

De blaadjesboom
Bij het knippen van een boom met blad is het nodig om eerst de buitenvorm te tekenen of te knippen, daarna wordt de boom ingevuld met takken en blaadjes. Begin daarbij onderaan de boom en werk dan naar boven tot aan de kruin. Deze boom kan zowel symmetrisch als asymmetrisch geknipt worden. De dubbelgeknipte boom is wat stijver, terwijl de asymmetrische boom wat speelser is (afb. 1 en 7).

De fantasieboom
Bij het knippen van een fantasieboom kan men uitgaan van een ronde of hartvormige boomkruin op een stevige stam. De boomkruin kan naar eigen fantasie versierd worden. Deze boom wordt symmetrisch geknipt. De versiering kan bestaan uit appeltjes, blaadjes, bloemen of hartjes. Een andere mogelijkheid is om de boom te versieren: met randen voorzien van karteltjes, schulpjes of boogjes.
Zorg ervoor dat de randen van de kruin aan de stam blij ven vastzitten (afb. 3 en 6).

Het formaat van alle hier afgebeelde bomen is ongeveer 11 x 7 cm.

Mooie, geknipte bomen zijn te zien in het boekje: ‘Zo kenden wij Dini Langkamp-Prins’, een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst. Dit boekje is te bestellen bij het boekwinkeltje van de vereniging. Op www.papierknippen.nl vindt u de link naar het boekwinkeltje.

Het hart als knipvorm

Door Rieny van Beek

Neem een vouwblaadje en vouw dat één keer dubbel, knip nu vanuit de vouw een half hart. Vouw het blaadje open en het hart is klaar. Probeer het ook eens met een kwart vouwblaadje.

Nu het hart versieren. Doe dat altijd vanuit de vouw (zie voorbeelden 1, 2 en 3). Bij voorbeeld 2 zijn eerst hulplijnen vanuit de vouw geknipt en van daaruit driehoekjes geknipt, die zo karteltjes lijken.

Soms is het uitgeknipte gedeelte ook weer te gebruiken (4 en 5).

Het hart als omlijsting: Knip een groot hart en knip daarin een voorstelling, zoals twee zwanen of twee vogels (6 en 7).

Zwanen zijn het symbool voor huwelijkstrouw en daarom goed te gebruiken voor een huwelijksknipsel.

Ook in de symbolen geloof, hoop en liefde komt het hart voor, samen met het kruis en het anker.

Deze Kniptip is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1990-2

Maxi rozet

door Maruscha Gaasenbeek

Aan de muur, voor het raam of als heel speciale kaart. Lees eerst de tekst, maak dan een keus en knippen maar!

Algemene werkw(jze: Vouw een vel dubbel en leg een kopie van het patroon met de stippellijn tegen de vouw. Zet alles vast met nietjes buiten de rand en binnen het patroon op plekken die weggeknipt worden. Maak eventueel met een hobbymesje in elk detail een sneetje om te beginnen en knip de vakjes met de schaar uit. Knip tot slot langs de buitenkant van de halve cirkel.

ROZET 1
Als heel speciale kaart: Knip de rozet uit 15×15 cm goudpapier.
Plak hem midden op lavende kaart- karton van 18×18 cm.
Plak het geheel op goudgeel van 21×18,5 cm. daarna op lichtgeel kaartkarton van 24×18,5 cm (of plak twee stroken van 2,5×18,5 cm, 1 cm achter de boven- en onderkant!) en tot slot op donkerblauw kaartkarton van 29,8×21 cm. Doe dit kunstwerkje in een envelop en maak er iemand blij mee.

Voor het raam: Neem donkerblauw kaartkarton van 20×20 cm. Snijd uit het midden met de cirkelsnijder een cirkel met doorsnede 14 cm. Plak de witte rozet achter de cirkelrand. Kleef met fotolijm op het raam.

Aan de muur: Knip de rozet uit goudpapier zonder de stippelvakjes uit te knippen. Verklein het patroon tot 13,5 cm. Knip de verkleinde rozet uit kerstrood papier en knip ook de stippelvakjes uit. Plak de rozetten in het midden op elkaar vast en daarna de randen. Neem kerstrood kaartkarton van 17×17 cm. Snijd een cirkel 0 14cm uit. Plak de rozetten achter de rand. Bevestig het geheel eerst op crèmekleurig kaartkarton van 19×18 cm en daarna op donkerrood van 24×19 cm. Hang hem met een dunne draad in de bovenhoeken aan de muur.

ROZET 2

is klein maar fijn, geknipt uit 10x10cm, past op of in een dubbele kaart van 1 3×13 cm.
Mooi geworden? Fijn! Teken nu je eigen patroon, het lukt altijd. Knippen uit een kwartcirkel gaat sneller. Kies dan dun papier en zet je tekening goed vast. Succes!

Eerder gepubliceerd in Knip-Pers 2008-3

Kikkerbrief

‘Er zaten zeven kikkertjes bij ons onder het blad.
De lente is begonnen, de kikkertjes gaan op pad.
Ze springen en ze hippen, de tuin door naar de spreng.
Daar zwemmen ze en kwaken ze, je hoort ze huizen ver!’
(eigen variant op oud liedje)

• Vouw een vel A4 wit papier dubbel tot 14,8×21 cm.
• Teken de kikkers in de rand met de verbindingen.
• Maak vast met nietjes in het ‘water’.
• Knip wat zwart is weg; laat de verbindingen heel.
• Doe het papier open: ha, het zijn al 14 kikkers!
• In het midden kun je een lange brief schrijven.
• Ook leuk: waterlelies met blad in het midden.

Tot zo ver de kikkers. Wie knipt een brief met honden, muizen, egels, kippen, nijlpaarden, dolfijnen, vlinders, poezen, uilen, spinnen, olifanten, wandelende takken, ijsberen, musjes, giraffen, libelles, schapen enz. ?

Knip kaarsen uit je Kerstkaart

Heerlijk werk, kerstkaarten knippen! Dit ontwerp leent zich voor kaarsen, kerstbomen, ballen en andere kerstonderwerpen. Het werkt net andersom als anders: wat je overhoud wordt je kaart!

Neem een vel zwart papier van 14 x 10,5 cm. Maak een zigzagvouw: de hoofdvouw komt op 8,3 cm en daarna vouw je beide delen terug naar de hoofdvouw.
Zet fig. 1 over op je gevouwen papier en maak vast met nietjes in de kaarsen. Knip de hele en halve kaarsen uit. Vouw gedeeltelijk open en knip nog een halve kaars uit de hoofdvouw. Naar je zin? Dan weet je nu hoe het gaat!

de hoofdvouw is de linkerzijkant er zit een vouw midden door de middelste kaars de rechterkant is ook een vouwlijn

Je eigen ontwerp werk het uit op bovenstaande manier. Plak het resultaat met enkele tipjes lijm op stevig wit papier. Maak 2 (verkleinde) kopietjes van het geheel en plak ze rechts onder elkaar op een liggend A4 wit papier iets vrij van de kanten

Ga naar een goede kopieerwinkel. Kies 160 grams wit papier. Voeg ze in een speciale la van de kopieermachine (men is altijd bereid je te helpen!). Leg je vel met twee kopietjes op de glasplaat. Maak eerst een dunne kopie om te zien of alles er goed op staat. Oké?
Stel het aantal gewenste exemplaren in en druk op start. Als alles klaar is snijd je de vellen netjes overdwars doormidden. Vouw elke strook dubbel en je kaarten zijn klaar.

En verder… Met je eigen ontwerp kun je ook verder experimenteren, zoals hieronder te zien is met het ‘kaarsen ontwerp’.
Verklein vier kopietjes van je knipwerk. Ga nu schuiven: leg zo naast elkaar, gedeeltelijk over elkaar heen, knip er onderdelen af, neem het negatieve beeld enz. Doe dit net zolang tot je een aardig totaal plaatje hebt gekregen. Daarmee stap je naar de kopieerwinkel. Je maakt tot kaartformaat verkleinde kopietjes enzovoort, zoals eerder beschreven.
Klinkt het ingewikkeld? Het doen valt erg mee. Gewoon beginnen en stap voor stap uitvoeren. Dan wordt je er snel handig in.