Door Wies Palma
December is de maand van verschillende feesten met eigen oorsprong en tradities. Een van de culinaire tradities is het bakken van speculaas. Hoewel dit tegenwoordig machinaal gebeurt, kent ieder de koek- en speculaasplanken, ook wel prenten genoemd: houten planken. waaruit allerlei motieven werden gesneden door handwerklieden of door de bakker zelf, het snijden van koekplanken behoorde zelfs lange tijd tot de bakkersgildeproef.
En hoewel in de ons omringende landen de taai- en speculaasvormen niet onbekend zijn, is dit prentenboek van de bakker nergens zo opgebloeid als in ons land.
Deze speculaasvormen inspireerden mij tot het knippen van de hierbij afgebeelde koekplanken. In de plank met kleine vormen zijn originele elementen verwerkt; de vrijer en vrijster zijn geheel eigen ontwerp. Ik knipte de “planken’ uit zwart papier en plakte ze vervolgens op goudkarton, waarmee ik verband wilde leggen tussen het ontwerp en het koekvergulden, zoals dat in de Camera Obscura zo genoeglijk beschreven wordt.
Oer-Hollandse gezelligheid vierde hoogtij op zo’n avond, waar de koeken werden “verguld” met verguldsel, water, een penseel en een konijnenstaartje. Dit laatste voor het vastdrukken van het opgelegde “goud’. Tegenwoordig bestaat het koekversieren: een taaipop versieren met gekleurde zoetigheden.
De koek- en speculaasplank behoorde eeuwenlang tot de gebruiksvoorwerpen van de bakker, het meest rondom Sinterklaas, Kerst en Driekoningen. Het grootste gedeelte van het jaar lagen de vormen ongebruikt op de zolder van de bakkerij en dat was de periode dat de houtworm toesloeg. Veel van deze aangetaste koekplanken verdwenen in de bakkersoven! Gelukkig zijn ook veel planken gespaard gebleven en hiermee een stukje oude volkskunst. De vormen in de planken zijn velerlei: dieren, ambachten, molens schepen, rijtuigen, ruiters, historische figuren, meubels, gebruiksvoorwerpen. symbolen enzovoort.
In de vormen zit waarschijnlijk nog een stukje heidense symboliek (dierenoffers), later gevolgd door christelijke symbolen, bijbelse taferelen en vormen ontleend aan het dagelijks leven. Veel voorkomende figuren waren de vrijer, vrijster, waarschijnlijk ook symbolische figuren.
Aardig om te vermelden is dat het woord speculaas afkomstig is van het latijnse “specula”, hetgeen “spiegels” betekent. De gebakken speculaas is immers een spiegelbeeld van de figuur in de plank.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1987-4