Samenstelling Maruscha Gaasenbeek-Hensen
In ‘Van Dale groot woordenboek der Nederlandse taal’ staat bij mandala: cirkel of veelhoekige figuur met mystische (= verborgen of raadselachtige) betekenis bij de boeddhisten, hulpmiddel bij de meditatie, in de Knip-Pers van september 2001 geeft het artikel ‘Symboliek in de mandala’ geschreven door Rieny van Beek veel informatie over dit onderwerp.
afb. 1, knipwerk D. den Haan, 14,5 cm
A. Janna van Zuijlen gaf tijdens de kadercursus Papierknippen Orvelte 2002 een bijzonder plezierige les: het zelf tekenen en knippen van mandala’s. Haar cursusboek ‘Rozetten` op aanvraag te koop, biedt alles van die les. De schrijfster merkt op dat mandalatekeningen vaak spontaan ontstaan. Bij mandala’s knippen moet echter worden nagedacht, want het knipwerk moet heel blijven (1) en het gebruik van kleur is beperkt! De Zwitserse psychiater Carl Jung beschrijft in zijn boek ‘De mens en zijn symbolen’ het roosvenster als een van de meest schitterende voorbeelden van een mandala, die in de Europese, christelijke traditie uitdrukking geeft aan het eeuwigheidbesef dat de mens heeft van het universum en zichzelf. Met de vele voorbeelden (2) en duidelijke rekentabel is dit prima werkboek van Janna een goede start voor een ontdekkingsreis naar eigen mandala’s.
B. In het prachtige boek “Energie en kracht door MANDALA’S” samengesteld doot Marion en Werner K”stenmacher (uitgeverij Elmar) staan bijna 200 verschillende mandala’s om zelf in te kleuren. Er zijn ornamenten in afgebeeld uit 60 eeuwen. Elke afbeelding gaat vergezeld van een korte bijpasende tekst. Voor knippers kan dit boek een inspiratiebron zijn: om de getoonde motieven te knippen en met gekleurd papier in te vullen; om die motieven als basis voor eigen ontdekkingen te gebruiken.
Uit het voorwoord: “Dit boek over Mandala’s is zelf ook een soort Mandala. Het is het resultaat van een spannende reis naar binnen, die ons door stapels kunstboeken en ornamentenverzamelingen heeft gevoerd. Een reis, waarvan je nooit kunt zeggen dat hij afgelopen is. Als in de nimmer eindige cirkel van een mandala draaien wij – samen met kunstenaars uit verschillende perioden en culturen – rondom een soms niet zichtbaar maar altijd voelbaar Centrum.’
afb. 3
Pompeji (afb. 3).
Het eerste teken van innerlijke kalmte is, dunkt mij even te kunnen stilhouden en bij jezelf blijven (Uitspraak van Seneca). Alle mozaïeken in Pompeji lagen bedolven onder metersdikke lava. Maar de vulkaanuitbarsting in 78 na Chr. heeft wel de schoonheid en de kleuren van de kustzinnige ornamenten geconserveerd. Mandala’s helpen onze hectische tijdgenoten hun bedolven gaven en kennis bloot te leggen.
afb. 4
Ashanti-gravure (afb. 4) in een deksel van messing, Ghana, Afrika. In deze eenvoudige decoratie zit een meervoudige getalssymboliek verborgen. Van binnen naar buiten: ster met 10 stralen; 11-puntige stralenkrans; 5 wegen elk met 9 treden met daartussen 7 golven.
Deze veelvoud aan elementen kun je opvatten als een uitbeelding van het leven in een Afrikaanse gemeenschap.
C. Wie kijkt op internet vindt onder ‘mandala’ een heel scala aan site’s met voorbeelden, cursussen, kant-en-klare mandala’s, spirituele omschrijvingen, kortom veel informatie waarvan hier een piepkleine selectie:
www.mandala.nl
Lesgeefster Hannie de Jong in mandala tekenen met als uitgangspunt cirkels en andere geometrische figuren (Tibet, India), spiralen en randmotieven (Griekse vazen en beelden), stervormig vlechtwerk (Islamitische kunst), knoop- en vlechtwerk (oude Kelten), cirkelvormig Indiaans tekenwerk (Indianen), mandala-invloed in Westerse architectuur, bijvoorbeeld in rozetvensters van kathedralen en verder allerlei vormen van de natuur bloemen, huidtekeningen, doorsneden van vruchten, slakken en schelpen, enz.
www.schoolplaten.com
Gratis te downloaden mandala’s om zelf in te kleuren of, na eigen bewerking, te knippen. Je komt nog eens op een idee! (afb. 5, 6 en 7).
afb. 5
afb. 6
afb. 7
D. Patchworkmodellen en quiltpatronen zijn vaak gebaseerd op natuurlijke vormen als bloemen, bladeren, schelpen enz. Als uitgangspunt voor je eigen ontwerpen zijn ze heel geschikt. Kijk bijvoorbeeld eens naar de opbouw van de vorm en de wijze van kleurgebruik. Bij 2x gevouwen papier is een kwart tekening (afb. 8) voor sommige ontwerpen voldoende. Meer keren gevouwen papier geeft bij dunne kniplijnen soms problemen. Voor patronen met over de as doorlopende schuine lijnen moet je een enkel vel papier gebruiken (afb. 9). Leg in dat geval twee of drie vellen op elkaar. Je krijgt dan meerdere dezelfde of gespiegelde knipsels, die je op verschillende wijze kunt afwerken.
afb. 8, “doorpit” patroon, kwart
afb. 9, “doorpit” patroon voor heel vel papier
afb. 10, knipwerk M. Gaasenbeek
aafb. 11, patchworkpatroon wandkleedje van de Klucht
Zonder achtergrond, met kleine puntjes in een passe-partout geplakt, geeft een kwetsbaar, maar wel prachtig resultaat. Wil je wel een achtergrond dan kun je kiezen uit meerdere kleuren of één kleur. Verbaas je over het effect bij vulling met verschillende kleuren van steeds hetzelfde knipsel! Begin je tekenwerk met een strakke, niet uit de vrije hand gemaakte, cirkel, zeshoek of wat je wilt. Of je nu een eenvoudige (afb. 11) of meer ingewikkelde ( afb. 12) vorm maakt, probeer altijd evenwicht te creëren. Zorg dat er overal verbindingen zijn, in lijn of vlak. Zo wordt je knipwerk altijd één geheel. (De in dit artikel geplaatste, verkleinde afbeeldingen zijn slechts bedoeld als ondersteuning van de tekst, niet als patroon.)
afb. 11, Pa Ndau patroon -Z.O.Azië
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 2009-1