Kaarsen knippen

Aafje de Gee

Neem een strookje papier van 7 x 1,5 cm (1). Maak aan de bovenkant een vlam van 2 cm, op de volgende manier:
Knip op 2 cm van boven in het papier, bijna tot het midden, ga nu een klein stukje recht omhoog (dit is de pit), knip daarna in een sierlijke boog naar boven. Keer het papier om en knip op dezelfde manier naar beneden. Zorg ervoor dat de vlam een punt krijgt (2).

Probeer zo verschillende vlammen (3). Maak ook eens een druppel aan de kaars, knip daarvoor aan één zijde een stukje van de strook af (4). Kaarsen kunnen ook symmetrisch geknipt worden. Daarvoor moet de strook dubbelgevouwen worden, daarna kan een halve vlam geknipt worden. De vlam kan versierd worden vanuit de middenvouw (5).
Neen nu een stukje papier van 7 x 3 cm, vouw het dubbel, teken tegen de vouw een halve kaars met vlam en een halve lichtcirkel, knip dit uit en vouw het open (6). Knip er een paar hulstblaadjes bij (7) en zet de kaars in een kandelaar (8). Twee of drie kaarsen in een kandelaar kan ook (9 en 10). Alle voorbeelden van 5 t/n 10 zijn dubbel geknipt.

Maruscha Gaasenbeek

Gaat het kaarsen knippen goed, plaats dan de kaars in een groter geheel, bijvoorbeeld op een hart, in een ovaal, cirkel of omgekeerd hart.

Ook alle voorbeelden 11 tin 14 zijn dubbel geknipt.

Rieny van Beek

knipsels:
1. Aafje de Gee
1. Maruscha Gaasenbeek
Alle andere zijn van Rieny van Beek.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1991-4