Voor degenen die alvast willen beginnen met het maken van kerstkaarten, is hier een tip over kerstbomen.
Een kerstboom kan in een strakke of speelse vorm geknipt worden, maar de basisvorm is altijd driehoekig: van onderen breed en bovenaan eindigend in een punt. Knip eens enkele strakke kerstbomen in één kleur of in meer kleuren groen van dezelfde vorm en grootte. Ga nu net zo lang schuiven met de bomen tot ze samen een leuke vorm hebben gekregen. Ze kunnen tegen elkaar, (gedeeltelijk) over elkaar heen, op een rij, recht of schuin; iedere keer is het resultaat anders.
Nu een versierde kerstboom. Neem een langwerpig stukje papier, iets kleiner dan een correspondentiekaart. Vouw het in de lengte dubbel, witte kant van het papier naar buiten. Teken tegen de vouw een halve kerstboom. Knip deze uit, vouw het papier open en de kerstboom is klaar. Nu nog versieren.
Vouw de boom weer dubbel en knip versieringen vanuit de vouw, zoals een kaars, engeltje, ster, bal of slingers. Om de slingers te kunnen knippen wordt er eerst een hulplijn vanuit de vouw geknipt en daarna vanaf de hulplijn net de punt van de schaar driehoekjes eruit geknipt. Om de kaarsen in de cirkels te knippen moet er ingeprikt worden, waarna de cirkel en de kaars geknipt kunnen worden.
Het geeft een leuk effect om onder een groene kerstboom een gouden of zilveren kerstboom te plakken. Doe dit als volgt: Vouw een groen papiertje en een zilver papiertje dubbel en leg deze op elkaar, niet ze in de hoeken vast. Teken er een halve kerstboom op, tegen de vouwen knip die uit. Nu zijn er twee dezelfde bomen geknipt: één groen en één zilver. Knip nu van de dubbelgevouwen groene boom een randje af. Knip versieringen uit de boom. Plak de zilveren boom op een kaart en de groene boom in het midden van de zilveren boom. Nu heeft de groene boom een zilveren randje en zilveren versieringen. Hetzelfde kan met goudpapier. Laat uw fantasie werken…
Door Rieny van Beek.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1991-3