Door Rieny van Beek
Voorbeeld 1.
Knip een vouwblaadje in vier gelijke vierkantjes. Vouw ieder vierkantje (van 8 bij 8 cm) dubbel en knip vanuit de vouw een halve vlinder. Vouw de vlinder en het vierkantje open. De vlinder is het positieve beeld en het overgebleven stukje papier is het negatieve beeld. Knip beide over de vouw door. Leg nu steeds een positief en een negatief beeld tegen elkaar. Plak alles op.
Voorbeeld 2 en 3.
Knip weer een vouwblaadje in vier gelijke vierkantjes. Vouw nu ieder vierkantje schuin dubbel, dus de punten op elkaar. Knip vanuit de vouw een halve vlinder, vouw alles open en knip het door over de vouw. Nu zijn er veel meer mogelijkheden om de vlinders op te plakken, kijk maar naar de voorbeelden. Misschien verzin je er zelf nog meer.
Voorbeeld 4 en 5.
Neem een vierkantje, bijvoorbeeld een vouwblaadje, en vouw het dubbel. Knip eerst vanuit de vouw een half hart. Knip daarna een randje van het hart af. Knip nu uit het overgebleven hart een vlinder.
Leg de positieve stukjes in elkaar en de negatieve stukjes in elkaar. Zo heb je een witte vlinder in een hart en een zwarte vlinder in een hart.
Veel succes!
Deze kniptip verscheen eerder in Knip-Pers 1989-2