Categoriearchief: cursus

Nog even doorstrepen – – –

Door Wies Palma

In de Knip-Pers van maart 2010 waren acht ‘zomaar-tjes’ geplaatst: acht rondjes met strepen waaraan iets was veranderd, toegevoegd of weggelaten. Zonder deze veranderingen waren het saaie streeprondjes; voor mij was het een uitdaging om hier iets aan te veranderen. Zo ontstonden allerlei nieuwe mogelijkheden en deze ontdekkingen kunnen dan weer verder ontwikkeld worden of – al dan niet bewust – toegepast worden in een volgend knipsel. Een soort kettingreactie dus. Over het werken met ‘zomaar-tjes’ valt nog wel iets te vertellen maar verwacht van mij geen kant en klare methodieken. In tegendeel: het blijft een persoonlijke zoektocht met steeds maar doordenken en verder proberen. Niets waait ons zomaar aan.

De knippers onder ons die voor het vaderland wegknippen en geen zoektochten nodig hebben, moeten doorgaan zoals ze knippen. Maar er komen zoveel geluiden door van knippers die niet goed weten hoe ze verder moeten met aangeleerde vaardigheden uit de beginnerscursus. En als je daarmee vastzit, is de verleiding groot om dan maar eens iets na te knippen.

Aan de hand van enkele voorbeelden in verschillende streepvariaties volgt hieronder hoe dat proces van verder werken en ontdekken kan verlopen: je kijkt als het ware vooruit en stelt je zelf een soort opdracht. Bij de cirkels in de vorige Knip-Pers was dat simpel: verander iets aan de strepen. Voor degene die niet van strepen houdt, geldt: iedere techniek of knipvorm kun je op deze manier verder ontwikkelen. Ook vormen uit de volkskunst. De strepen zijn slechts een greep uit de vele mogelijkheden.

De Knip, 7 x 9 cm

De Knik, het eerste knipseltje, was een basisvorm met strepen van gelijke breedte. Aan die strepen is iets veranderd; er is een knik aangebracht. Hierdoor is het knipseltje ineens veel leuker: als je het aan iemand laat zien, gaan er meteen een paar vingers overheen om de knik glad te strijken. Is dit een idee voor een knipkring om eens variaties te bedenken in zo’n eenvoudig streeppatroontje? Ook al houd je niet van strepen, doe het eens. Je weet het nooit: zo ging het bij mij ook.

de Iglo, 10 x 11 cm

De Iglo ontstond na het tekenen van diverse horizontale strepen van verschillende breedtes. Welk effect zou een boogvormige streep of lijn hierin hebben? Eerst helemaal niets maar al schuivende ontstond ineens een vaag beeld van een iglo. Het was dus geen vooropgezet plan maar hij ontstond. Natuurlijk moesten daarna nog wat aanpassingen aangebracht worden, o.a. moesten de horizontale strepen meer functioneel gemaakt worden. Het klinkt heel simpel maar toch is het zo gegaan.

De Uil, 15 x 12 cm

 

De Uil is een nachtvogel en in het eerste uilenknipsel is het nacht rondom de uil. En laten we zeggen dat de tweede uh ‘in de olmen zit’. De uil in de nacht is eerst geknipt; Ik wilde een streperige uil in een nachtelijke omgeving. Leuk, maar welk effect zou een gestreepte achtergrond bij dezelfde uil hebben?

 

 

 

De Uil, 18 x 14 cm

“Niet doen” riep mijn omgeving, “veel te druk”. Dat was een uitdaging om het wél te doen. Oordeel zelf; ik heb er geen spijt van!

 

 

De paddestoel, 12 x 9 cm

 

 

 

 

Een Paddestoel vormt een heerlijk object om te knippen. Een witte paddestoel binnen een gestreepte achtergrond doet het altijd goed.

Al tekenend met horizontale strepen ont stonden enkele ombuigingen en die ombuigingen vormden als het ware de hoed van een paddestoel.

Als je zoiets hebt gevonden ga je verder, al heel gauw bedenk je dat de strepen van de steel smaller moeten om een contrast te vormen met de hoed. Zo ontwikkel je een heel andere paddestoel. Zowel de uil als de paddestoel hebben beide een streepomgeving maar ze zijn langs een verschillende weg ontstaan.

Zo’maartje, 6 x 9 cm

Het Kattenpension is ontstaan uit het ‘zomaar-tje’ hiernaast. Het verspringen van dikkere en dunnere strepen geeft een effect van een lichter en een donkerder vlak. Dan begint de zoek tocht; wat kun je hiermee?

Een huis. Of een grachtenpand met ramen. Dat zou dan een oersaai knipsel worden. Planten zouden die saaiheid niet wegwerken. Maar er moest wel iets achter de ramen (!).

Het kattenpension, 12 x 29 cm

Na veel denkwerk werden het poezen. Maar een grachtenpand vol poezen?? Dat grachtenpand moest weg en dit werd een éénlaags gebouwtje: een kattenpension! Daarna begint het bijwerken en het aanpassen. Voordat ik met deze strepen begon had ik nooit aan een kattenpension gedacht!

Tenslotte: Niet ieder knipwerk ontstaat op deze manier, maar het is wel heel leuk om zo op ontdekkingstocht te gaan; je komt vaak buiten de platgetreden paadjes.
Wat mij zelf betreft: de ene keer knip ik een paddestoel uit de hand, omdat ik hem direct nodig heb voor een kaart. Een andere keer ontstaat een paddestoel zomaar wanneer ik aan het stoelen ben met strepen (of een andere techniek of knipvorm). In het eerste geval wordt het een gelijksoortige paddestoel en in het tweede geval wordt het een ‘ontdek-paddestoel’. De laatste kost wel wat meer tijd maar geeft ook veel meer voldoening want het is dan helemaal míjn paddestoel.

Een schilder neemt vaak een schetsboekje mee als hij op stap gaat en hij maakt onder weg schetsen van dingen die hij ziet. Thuis gekomen werkt hij ze uit of bewaart ze in afwachting van inspiratie. Wat voor de schilder schetsjes zijn, zijn voor mij de ‘zomaar-tjes’. Er liggen nog verschillende op mijn plank!

Dit artikel verscheen eerder in Knip-Pers 2010-2

‘Zo-Maartjes’

Door Wies Palma

‘Zomaar-tjes’ zijn voor mij knipsels die ik zomaar maak. Noem het probeerknipsels die ik voor mijn plezier knip. Maar ze hebben ook een achterliggend doel, want ik probeer uit te zoeken wat voor mogelijkheden en effecten er zijn met een bepaalde figuur of techniek.

Het zijn dus in wezen experimentjes. Vaak pas ik dan later iets wat ik gevonden heb, toe in een knipsel; dit gaat soms bewust maar ook vaak onbewust. Hierbij is een aantal ‘zomaar-tjes’ afgedrukt, van strepen en cirkels. Ik heb cirkels gekozen omdat ik graag met cirkels werk en met strepen kan je zo eindeloos variëren. Hier heb ik hoofdzakelijk gekozen voor strepen van gelijke dikte. Denk echter ook eens aan het afwisselen van dunne en dikke strepen, rechte en gebogen strepen; strepen in strepen enz. Je bent er nooit mee klaar!
Ik houd van het experiment en ik werk er graag mee.

Dit artikel verscheen eerder in Knip-Pers 2010-1

Iedereen kan knippen

Als je nog nooit geknipt hebt en je wilt een paar tips om te beginnen, dan kan je gebruik maken van de informatievellen die je hier kunt downloaden. Wil je meer, dan i Iederen kan knippen misschien iets voor je. Dit boekje bestel je eenvoudig via de website van de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst. Verder bestaan er verschillende praktische gidsen zoals Leer knippende zien van Irma Kerp-Schlesinger en Kleurrijke knipsels van Conny Lahnstein. Tweedehands exemplaren van deze boeken vind je in het boekwinkeltje van de vereniging.

oefenblad 1

Van knippen tot laseren

Naar aanleiding van de Coda Denim Design Challenge knipte Maja Houtman een vierluik dat oneindig aan elkaar gepast kon worden. Het ontwerp won de tweede prijs en werd in het Coda ExperienceLab op een blauw én op een zwart denim jasje gelaserd.
Bekijk hier het proces van het laseren:

knippen met Sandra Westgeest

Sandra Westgeest knipt sinds 2021. Ze sneed en knipte al onderdelen van haar kevers voor #elkedageenkever, maar sinds ze lid is geworden van de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst pakt ze steeds vaker de schaar erbij. Hieronder een filmpje met haar werkwijze voor de tulpen in museum Kult in Vreden tijdens het jubileumjaar van de vereniging in 2023.

www.sandrawestgeest.nl

Inlijsten van knipwerk

Door Hendrien Warmerdam en Rieny van Beek

Een mooi uitgewerkt knipwerk is het waard om ingelijst te worden. Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden wat betreft glas, lijst en passe-partout. Een goed gekozen inlijsting maakt het knipwerk af.

Passe-partout
Een passe-partout is gemaakt van een vel stevig geperst karton, waar het binnengedeelte is uitgesneden. Het karton is zuurvrij of pH neutraal, zodat het op den duur niet bruin verkleurt. De binnenranden(snede) lopen schuin naar het middengedeelte toe. De schuine binnenrand kan dezelfde kleur hebben

als het passe-partout, maar kan ook verschillen: b.v. een wit passe-partout. met een zwarte binnenrand. Door het gebruik van een passe-partout wordt het knipwerk mooier en krijgt het geheel rust. Soms wordt een passe-partout gebruikt om het knipwerk van het glas af te houden. Wanneer sommige delen van het knipwerk iets naar voren komen, zo als bloemblaadjes of takjes, geeft dat een speels effect.

Het is ook mogelijk om een klein gedeelte van het knipwerk door te laten lopen op het passe-partout, op deze manier wordt het passe-partout bij het ingelijste knipwerk betrokken.

Soorten passe-partouts
Het uitgesneden gedeelte van het passe-partout is rechthoekig, vierkant, ovaal of rond. De buitenrand is vaak rechthoekig en soms vierkant, dit hangt af van de lijst die er omheen komt. Ovale en ronde lijsten zijn moeilijk in alle maten te krijgen, daarom wordt dit meestal opgelost door een rechthoekig passe-partout niet een ovale of ronde uitsnijding. Passe-partouts zijn er in vele kleuren, maar het mooiste resultaat geven de lichte kleuren, omdat donkere kleuren het geheel zwaar maken. Bij een zwart-wit knipsel kan wel een zwart passe-partout gebruikt worden.

Dubbele en driedubbele passe-partouts kunnen gebruikt worden bij gekleurd knipwerk in meer kleuren. De buitenste passe-partout moet rust geven, is breed en van een lichte kleur b.v. gebroken wit, daaronder kan een smalle passe-partout in n van de kleuren die in het knipwerk voorkomt, eventueel gevolgd door een derde. De terugkerende kleuren geven wat extra’s aan het knipwerk.

                   

knipwerk heeft een verhoogde passe-partout nodig. Daarvoor worden aan de achterzijde van het passe-partout repen foam geplakt, zodat tussen het driedimensionaal knIpwerk en het glas voldoende ruimte is om het werk goed tot zijn recht te laten komen.

Maat en plaats van het passe-partout
Bij het kiezen van een passe-partout wordt gekekeken naar de mooiste verhoudingen. De rand van een passe-partout is nooit smaller dan 3, 5 4 cm. Bij een lijstmaat van 40 bij 50 cm is de breedte 6 -7 cm, bij een lijstmaat van 60 bij 80 cm is de breedte 78 cm. De maximale maat voor een passe-partout is 80 bij 110 cm. De breedte van de rand hangt af van de maat van het passe-partout.

         

Er bestaat geen gouden regel voor de breedte, bij grote lijsten wordt vaak de onderrand iets breder gemaakt dan de bovenrand en zijranden. Een vierkante uitsnijding komt in het midden van een vierkant, of In het bovengedeelte van een rechthoekig passe-partout.

Een ovale uitsnijding komt in het midden van een rechthoekig passe-partout Een ronde uitsnijding komt in het bovengedeelte van een rechthoekig of in het midden van een vierkant passe-partout, wat een rustiger effect geeft.

Een a-symmetrische uitsnljding geeft een bepaalde- spanning aan het knipwerk. Gebruik die niet bij symmetrische knipsels.
Meerdere uitsnijdingen uit passe-partout is ook mogelijk, bijvoorbeeld bij het inlijsten van de vier jaargetijden (zie pagina 19, bovenaan)

Lijsten
Lijsten zijn er in vele breedten, kleuren en maten De breedte van de lijst moet in overeenstemming zijn met de afmetingen van het knipwerk.

Bij een gekleurd knipwerk is het mooi om de kleur in de lijst te laten terugkomen Een witte of zwarte lijst is altijd mooi bij een zwart-wit knipwerk Soms geeft een goudkleurige lijst een bijzonder effect. Een lijst van aluminium of blank hout geeft rust en is altijd te gebruiken

Glas
Bij gebruik van helder glas bij het inlijsten, komt het knipwerk mooier tot zijn recht dan bij ontspiegeld glas.

Dit artikel verscheen eerder in de Knip-Pers 1994-1.

Ik kan helemaal niet tekenen!

Door Kees de Bruïne

De keizer van China had al te lang aan moeten kijken tegen een lege plek aan de muur tegenover zijn troon. Hij zond zijn minister naar de schilder Peng om een mooi schilderij van een haan te bestellen. Hij regeerde door, en na een maand vroeg hij zijn minister of het schilderij al bezorgd kon worden. De minister kwam terug met de boodschap “nog niet”. De keizer regeerde door, met zijn blik gedurig op die lelijke plek. Na enkele maanden zond hij zijn minister opnieuw uit, en opnieuw was het antwoord: “nog niet”. De keizer regeerde door; en telkens opnieuw zond hij zijn minister naar Peng, en telkens kwam de minister terug met de boodschap: “nog niet”.

Toen, na twee jaar wachten, werd de keizer boos. Hij hield even op met regeren en ging zelf naar Peng. Hij bel de aan en de schilder deed open. Hij herkende de keizer onmiddellijk van de postzegels en diep buigend leidde hij zijn hoge gast zijn atelier binnen. De keizer ging zitten en zei meteen: “Waar is mijn haan?” Peng knikte. Hij zette een vel wit pa pier op de ezel, doopte zijn penseel in de inkt en toverde binnen een kwartier een haan op het papier, zo mooi als de keizer nog nooit gezien had. Toen de vorst van zijn ver- en bewondering bekomen was, zei hij: “Peng, dit is de mooiste haan die ik ooit ge zien heb. Maaréé n ding begrijp ik niet: twee jaar lang kreeg ik de boodschap “nog niet” – en nu maak je dit wonderschone schilderij binnen een kwartier. Hoe zit dat?”
Peng antwoordde: “Sire, wilt u eens om u heen kijken?”
Toen zag de keizer wat hij in zijn haast niet had opgemerkt: overal, op elk plekje aan de muur, tegen het plafond, op de grond, overal waren tekeningen van hanen. Om in een kwartier een haan zó mooi te kunnen schilderen, had de schilder twee jaren lang geoefend.

Wel, het verhaal loopt natuurlijk goed af. Peng werd in de adelstand verheven, hij kreeg de helft van het keizerrijk en mocht trouwen met de mooie prinses Sela. Zij stichtten de dynastie der Pengselen, waaruit vele beroemde schilders, tekenaars en ook knippers zijn voortgekomen. Een knipper of knipster geeft een demonstratie. Hij of zij knipt uit de vrije hand twee zwaantjes in het riet. “Oh!” zegt iemand bewonderend, “dat zou ik nou nooit kunnen, zo even gauw zo iets moois maken. En ik kan ook hele maal niet tekenen!”

Wat de passerende beschouwer niet beseft is dat de knipkunstenaar die zwaantjes misschien al honderd keer heeft geknipt -misschien heeft hij of zij voor de eerste keer die zwaantjes getekend, en daarna uitgeknipt om de schaar te laten wennen aan de sierlijke ronding van de zwanenhals en de buigingen van het riet. Ik ken vele beeldschone knipsels, met prachtige bloem- en bladmotieven, en daar is heel vaak ook een symboolfiguur in verwerkt: een duif, een zwaan, paard, haan en soms ook mensen. Maar dan zie ik dat die wezens vaak misvormd zijn en nauwelijks herkenbaar zijn.
Daarom een tip.

Teken een duif. Teken hem na desnoods van een foto of een goede tekening. Teken het dier tientallen keren totdat het een duif is geworden. Die tekening knip je uit.

Knip die duif tientallen malen; klein, groot of in middelmaat, maar: laat het een duif zijn! En geen rafelige kraai. Een zwaan, en geen te water geraakte kip! Een haan, geen ragebol met een snavel. Een paard, geen mismaakte pitbull. Tekenen, en dus ook knippen, is allereerst: kijken, zien. “Leer knippende zien”! hield mevrouw Kerp ons voor. Ik voeg er het tegenovergestelde aan toe: Leer ziende knippen! Gebruik je ogen, kijk naar de dieren, mensen, planten. En dan: oefenen, duizenden keren. Net als Peng.

Leer ziende knippen

Door Ans Miechels

Ans Miechels, winkeltje op Kreta, 30 x 20 cm

Met een variatie op de titel van het boekje van mevrouw Kerp “Leer Knippende Zien”, zou je ook kunnen zeggen: Leer ziende knippen.

Ans Miechels, raam in Lissabon, 26 x 17 cm

Nu het binnenkort weer vakantie is kan je, waar je ook bent en om je heen kijkt, veel onderwerpen zien die met papier en schaartje in een knipsel vertaald zouden kunnen worden. Door bewuster te kijken krijg je een voor het knippen geoefend oog en zie je dingen, waaraan je misschien vroeger achteloos voorbij zou zijn gegaan – met als belangrijkste feit een verruiming van je thema’s, aanvulling van onderwerpen en dergelijke. Je werk wordt daardoor persoonlijker, zonder teveel invloed van buitenaf, al gebeurt dat laatste vaak onbewust en is dat praktisch niet te vermijden. Want, laten we eerlijk zijn, op de kleine regionale knipseltentoonstellingen blijkt nogal eens dat een paar bloemetjes gauw geknipt zijn, terwijl er toch zo veel meer mogelijkheden zijn.

Ans Miechels, Hek in Forcalquier (Fr.), 40 x 22 cm

Steek een schetsboekje bij je, ook al kan je niet zo goed tekenen en gebeurt dat primitief, want al tekenend zie je meer, je vergroot de intensiteit van de waarneming.

Ans Miechels, balkon in Uzès (Fr.), 21 x 20 cm

Zelf zoek ik ij voorkeur de symmetrie, omdat die zo karakteristiek is voor de knipkunst, maar natuurlijk kan het ook anders, dat kan een keuze zijn van het moment. Maak notities, eventueel nog een foto ter ondersteuning. Het zijn dingen die van nut kunnen zijn om ‘ziende te leren knippen’.

Ans Miechels, Griekse duiventil op Tinos, 36 x 26 cm

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1987-2