Categoriearchief: kinderen

Voor iedereen een huis

Door Annette Zijlstra.

Het is leuk om voor iedereen een huis te bedenken, welk huis past bij wie?

Bij de prinses op de erwt van de vorige keer hoort natuurlijk een kasteel, maar waar woont bijvoorbeeld een kabouter, een muis en wie woont er in een boomhut?

Met een groepje knipsters hebben we ons daar mee bezig gehouden. Nadia heeft een huisje voor Minnie Mouse geknipt (afb. 2).

afb. 2

Louise had een heel ander idee en knipte een brug waar poezen op wonen. Zij knipte met losse elementen in verschillende kleuren, dus ik hoop dat het goed op de foto te zien is (afb. 3).

afb. 3

Sara heeft een rond huis geknipt voor een Eskimo (afb. 4).

afb. 4

We hebben een nieuwe knipster Salysha erbij, ze is 5 jaar en heeft een huis voor een kikker geknipt, ze heeft hem eerst gekleurd en daarna uitgeknipt (afb. 5).

afb. 5

De meesten van de groep vonden het moeilijk om de raampjes uit te knippen, dat gaat het beste als je eerst een gaatje maakt en daar dan je schaar in zet. Dan knip je de raampjes rondom uit, misschien heb je iemand die het vóór kan doen. Bij Sara lukte het even goed niet, maar dat is niet erg, je kunt het altijd vastplakken.
Voor wie wil jij een huis knippen? We zijn erg benieuwd!

Het huis met de twee torentjes is geknipt door Annette Zijlstra

Sterrenregen

Vroeg beginnen met het maken van kerststerren, dan krijgt iedereen dit jaar van jou een verschillende ster op de kerstkaart.

Oefen eerst met een vouwblaadje. Lukt het? Gebruik dan wit of geel papier. Van origami zilver of goud maak je wel héél speciale sterren! Op de dubbele kaart van 14,8×10,5 cm past een ster-op-de-punt. Aan de slag:

Vouw een velletje papier van 6×6 cm dubbel zoals hierboven (1 t/m 5). De ‘M’ staat voor ‘Middelpunt’ van je blaadje. Zorg dat deze punt altijd naar je toe ligt. Teken met potlood de lijnen van één van de negen tekeningen op je gevouwen driehoek na. Doe een nietje in de bovenste rand. Knip over de lijnen, de gestippelde delen vallen af. Maak scherpe hoeken. Open je ster en leg hem in een boek om plat te worden.

Van elk soort dubbele ster is er één met dicht middenstuk, één met open middenstuk en één met veel sterretjes binnenin. Op deze manier, dicht, open en veel én door andere vouwwijzen kun je zelf sterren verzinnen.

Voor sterren met 8 even lange punten neem je een velletje papier van 8×8 cm. Vouw dubbel als boven (1 t/m 5). Maak de zijkanten van 5 even lang: knip de gestippelde driehoek af (5a). Met dit nieuwe model driehoek werk je weer de negen tekeningen af.

Voor een 6-punt ster vouw je, na 1, je papier niet dubbel maar in drieën, zoals 2a. Knip daarna de gestippelde delen af (2b) en maak de lijnen ongeveer als bij de negen tekeningen.

Leg elke ster op een kaart in afstekende kleur. Plak alleen de puntjes vast. Gebruik weinig lijm: gekleurd karton geeft soms af! Zet de sterkaarten, die klaar zijn, naast elkaar op een plank. Tot december, als ze verstuurd worden, geniet je van je eigen tentoonstelling met titel : ‘Sterren regen’!

IJskristallen

Onder een microscoop zie je de prachtige structuur van ijskristallen. Geweldig om te knippen met een sterke, scherpe schaar! Neem velletjes dun wit of zilver papier van 8 x 8 cm.

Voor de werktekeningen bij A vouw je het papier in 6-en, voor de werktekeningen bij B in 8-en (zie Sterrenregen). De punt onderaan is het middelpunt van het papier; de stippellijnen zijn de vouwen. Doe, als het kan, een nietje door het weg te knippen deel. Vind je het erg klein, vergroot de werktekeningen en kies je eigen papiermaat. Heb je eenmaal de slag te pakken, laat je fantasie dan samen met je schaar, nieuwe, onbekende kristallen creëren!

Bomen

Door Rieny van Beek.

De silhouetteboom
Bij het knippen van bomen kan men uitgaan van het silhouet van de boom. Elke boom heeft zijn karakteristieke vorm. In plaats van blaadjes worden er Zwarte vlakken geknipt. Knip deze zwarte vlakken zo, dat de boom herkenbaar wordt.
Silhouet van ceder (afb. 8), van cypres (afb. 4).

De takkenboom
In de winter is de boom kaal, en laat goed zien hoe de takken zijn opgebouwd. De stam is van onderen breed en loopt naar boven smal toe. De zij takken zijn bij het begin breed en worden naar het eind toe steeds smaller. Zij hebben alle dezelfde richting, naar boven bij beuk of eik en naar beneden bij de treurwilg. De stevige zijtakken hebben weer kleinere zijtakken. Silhouet beuk (afb. 2) en treurwilg (afb. 5).

De blaadjesboom
Bij het knippen van een boom met blad is het nodig om eerst de buitenvorm te tekenen of te knippen, daarna wordt de boom ingevuld met takken en blaadjes. Begin daarbij onderaan de boom en werk dan naar boven tot aan de kruin. Deze boom kan zowel symmetrisch als asymmetrisch geknipt worden. De dubbelgeknipte boom is wat stijver, terwijl de asymmetrische boom wat speelser is (afb. 1 en 7).

De fantasieboom
Bij het knippen van een fantasieboom kan men uitgaan van een ronde of hartvormige boomkruin op een stevige stam. De boomkruin kan naar eigen fantasie versierd worden. Deze boom wordt symmetrisch geknipt. De versiering kan bestaan uit appeltjes, blaadjes, bloemen of hartjes. Een andere mogelijkheid is om de boom te versieren: met randen voorzien van karteltjes, schulpjes of boogjes.
Zorg ervoor dat de randen van de kruin aan de stam blij ven vastzitten (afb. 3 en 6).

Het formaat van alle hier afgebeelde bomen is ongeveer 11 x 7 cm.

Mooie, geknipte bomen zijn te zien in het boekje: ‘Zo kenden wij Dini Langkamp-Prins’, een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst. Dit boekje is te bestellen bij het boekwinkeltje van de vereniging. Op www.papierknippen.nl vindt u de link naar het boekwinkeltje.

Kaarsen knippen

Aafje de Gee

Neem een strookje papier van 7 x 1,5 cm (1). Maak aan de bovenkant een vlam van 2 cm, op de volgende manier:
Knip op 2 cm van boven in het papier, bijna tot het midden, ga nu een klein stukje recht omhoog (dit is de pit), knip daarna in een sierlijke boog naar boven. Keer het papier om en knip op dezelfde manier naar beneden. Zorg ervoor dat de vlam een punt krijgt (2).

Probeer zo verschillende vlammen (3). Maak ook eens een druppel aan de kaars, knip daarvoor aan één zijde een stukje van de strook af (4). Kaarsen kunnen ook symmetrisch geknipt worden. Daarvoor moet de strook dubbelgevouwen worden, daarna kan een halve vlam geknipt worden. De vlam kan versierd worden vanuit de middenvouw (5).
Neen nu een stukje papier van 7 x 3 cm, vouw het dubbel, teken tegen de vouw een halve kaars met vlam en een halve lichtcirkel, knip dit uit en vouw het open (6). Knip er een paar hulstblaadjes bij (7) en zet de kaars in een kandelaar (8). Twee of drie kaarsen in een kandelaar kan ook (9 en 10). Alle voorbeelden van 5 t/n 10 zijn dubbel geknipt.

Maruscha Gaasenbeek

Gaat het kaarsen knippen goed, plaats dan de kaars in een groter geheel, bijvoorbeeld op een hart, in een ovaal, cirkel of omgekeerd hart.

Ook alle voorbeelden 11 tin 14 zijn dubbel geknipt.

Rieny van Beek

knipsels:
1. Aafje de Gee
1. Maruscha Gaasenbeek
Alle andere zijn van Rieny van Beek.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1991-4

Boombouwsels

Door Annette Zijlstra

Het thema voor dit jaar is ‘bouwen’, daar kunnen we vast wel wat mee. En bouwen in een boom lijkt me heel spannend!
Wat je nodig hebt: papier, schaar, lijm, potlood en gum.

Hoe gaan we het doen?

  • Je tekent eerst een boom op de achterkant van het papier. Dan gum je het stuk uit waar je het bouwwerk wilt hebben. Kijk op de afbeelding. En dan teken je wat je wilt bouwen op die plek.
  • Je kunt er van alles bij bedenken: een laddertje, schommel, balkon e.d.
  • Dan knip je het uit, het is ook erg leuk als je er van ander gekleurd papier voorwerpen, dieren, mensen, planten e.d. op plakt.

In deze boom zie je het uitgegumde vak.

Deze boom is ingetekend.

Eerder gepubliceerd in Knip–Pers 2019-3

In en op het water

Door Annette Zijlstra

In de zomer is het heerlijk om bij het water te zijn, mocht het wat minder weer zijn, dan is het leuk om te knutselen.

Je hebt nodig:

  • een half A4 blauw papier
  • restjes gekleurd papier (eventueel een kaart er omheen te plakken)
  • lijm en een schaartje

Hoe je het maakt:
Het blauwe vel vouw je door de helft, de onderste helft vouw je zigzaggend.
De zigzag stelt het water voor en de bovenste helft de lucht.
Dan kan je met de restjes papier van alles knippen en plakken wat er in en op het water te vinden is, zoals een bootje, zeemeermin, vissen, eendjes, zeemonster enz.
In de lucht kan je natuurlijk wolken, vogels, of een berg enz. plakken.

Deze keer heeft Salysha (6 jaar) mee geknipt.

Tip van Salysha: “neem een groter papier, dan hoef je niet zo klein te knippen.”

Eerder gepubliceerd in de Knip-Pers 2019-2

Maxi rozet

door Maruscha Gaasenbeek

Aan de muur, voor het raam of als heel speciale kaart. Lees eerst de tekst, maak dan een keus en knippen maar!

Algemene werkw(jze: Vouw een vel dubbel en leg een kopie van het patroon met de stippellijn tegen de vouw. Zet alles vast met nietjes buiten de rand en binnen het patroon op plekken die weggeknipt worden. Maak eventueel met een hobbymesje in elk detail een sneetje om te beginnen en knip de vakjes met de schaar uit. Knip tot slot langs de buitenkant van de halve cirkel.

ROZET 1
Als heel speciale kaart: Knip de rozet uit 15×15 cm goudpapier.
Plak hem midden op lavende kaart- karton van 18×18 cm.
Plak het geheel op goudgeel van 21×18,5 cm. daarna op lichtgeel kaartkarton van 24×18,5 cm (of plak twee stroken van 2,5×18,5 cm, 1 cm achter de boven- en onderkant!) en tot slot op donkerblauw kaartkarton van 29,8×21 cm. Doe dit kunstwerkje in een envelop en maak er iemand blij mee.

Voor het raam: Neem donkerblauw kaartkarton van 20×20 cm. Snijd uit het midden met de cirkelsnijder een cirkel met doorsnede 14 cm. Plak de witte rozet achter de cirkelrand. Kleef met fotolijm op het raam.

Aan de muur: Knip de rozet uit goudpapier zonder de stippelvakjes uit te knippen. Verklein het patroon tot 13,5 cm. Knip de verkleinde rozet uit kerstrood papier en knip ook de stippelvakjes uit. Plak de rozetten in het midden op elkaar vast en daarna de randen. Neem kerstrood kaartkarton van 17×17 cm. Snijd een cirkel 0 14cm uit. Plak de rozetten achter de rand. Bevestig het geheel eerst op crèmekleurig kaartkarton van 19×18 cm en daarna op donkerrood van 24×19 cm. Hang hem met een dunne draad in de bovenhoeken aan de muur.

ROZET 2

is klein maar fijn, geknipt uit 10x10cm, past op of in een dubbele kaart van 1 3×13 cm.
Mooi geworden? Fijn! Teken nu je eigen patroon, het lukt altijd. Knippen uit een kwartcirkel gaat sneller. Kies dan dun papier en zet je tekening goed vast. Succes!

Eerder gepubliceerd in Knip-Pers 2008-3

Verstoppertje spelen

Een leuk spel, verstoppen! Verstop nu niet jezelf maar je naam. Gebruik daarvoor een potplant met ranken en blaadjes en een bloem. Is jouw naambladwijzer klaar, maak er dan één voor al je dierbaren, vrienden en vriendinnen. Ze moeten echt even zoeken voor ze in het knipwerk hun eigen naam ontdekken. Succes verzekerd!

VOORBEREIDING
Begin niet te klein, dat kan later altijd nog. Vouw een strook knippapier van 18×6 cm dubbel tot 18×3 cm.
Teken een rand van 1 cm breedte aan boven- en onderkant en van 0,5 cm aan de open zijkant (x). Tussen randen en vouw verschijnt een (halve) bloempot met je naam op de vouw. Maak ‘kwast’letters, d.w.z. alsof je ze met een brede kwast schildert. Gebruik hulplijntjes om de letters dezelfde maat te geven. Zorg ervoor dat ranken en bladeren de letters raken. Dit zijn de verbindingspunten, die je bij het uitknippen heel moet laten. Fantaseer in bloem bovenaan. Doe nietjes in de buitenranden en op weg te knippen plekken.

 

HET KNIPPEN
Knip de ‘rondjes’ uit de a en de e. Knip bij de vouw de kleine stukjes tussen de letters weg, maar niet de onderkant. Knip langs de bovenkant van de letters, laat daarbij de verbindingen met de blaadjes heel! Knip tussen de ranken en tot slot de hele buitenkant.

HET OPPLAKKEN
Snijd kaartkarton van 18×6 cm in een afstekende kleur. Doe enkele kleine tipjes behangplaksel achter de bloempot. Leg je knipwerk op de kartonstrook en druk de bloempot vast met keukenpapier. Wacht even tot de lijm droog is.
Til vervolgens het knipwerk naar je toe, tip wat lijm tot ongeveer de helft van je naam. Plak vast. Til de rest op en plak vast.


AFWERKEN
Het mooist is het om je ‘naamwijzer’ na droging te sealen of af te dekken met doorzichtig plakplastic. Liever puur papier? Kietel dan met een satéprikker overal een miniem tipje lijm onder en druk vast en droog elk plekje direct.

LETTERPOST
Verstuur eens een kaart met letters.
Vouw 10×6 cm papier tot 10×3 cm. Teken aan de vouw een ½ hart of
½ bloempot en dan een woord naar keuze, bv. HOI, KUS, DOEI, DAG, KOM, LIEF. Bovenaan zet je een ½ bloem, een vlag, een koffiebeker. (Dat worden dus na uitknippen: 2 vlaggen en 2 koffiebekers!).

Letterknipsels plak je op een kaart van 15×10,5(21) cm en verstuur je liefst in een zelfgemaakte envelop.