Auteursarchief: admin

De Palmpaas

Door Rieny van Beek

Palmpasen, de zondag voor Pasen, was vanouds een vreugdedag ter herinnering aan de intocht van Jezus in Jeruzalem. De palm speelde op die dag een grote rol, het was een herinnering aan de palmtakken, symbool voor de overwinnaar en de komende koning, waarmee men Jezus begroette.
Iedereen haalde vroeger zijn palm in huis. Geen echte palmtak, maar een willekeurige groene tak, die men eerst in de kerk moest laten wijden. Ook werd in vroeger tijden op Palmzondag een processie gehouden, waarbij men met zogenaamde palmtakken liep. Kinderen bootsten dit na en kregen van de ouderen wat lekkers om aan de palmtakken te hangen. Zo ontstond het ons vertrouwde palmpaastakje. De palmtakken werden op verschillende manieren versierd en iedere streek kende haar eigen palmpaasvorm en broodfiguren. De palmpaas kon zijn een versierde stok, dennentak, sparrentak, kruisstok, gaffel of bezem. De versiering bestond uit groen van buxustakjes, papieren vlaggetjes, sinasappel of appel, een slinger pinda’s, suikereitjes of papierkettingen. Bovenop de palmpaas prijkte een deegfiguur; in de ene streek was dat een haantje, ergens anders een zwaan, rad of krakeling.

Corry van Schaik

Met deze mooi versierde palmpaasstokken hielden de kinderen optochten. In sommige streken van ons land wordt dat nog steeds gedaan. Verschillende liedjes werden erbij gezongen, zoals:

Haantje op een stokje
bedelt om een brokje
bedelt om een stukje brood
morgen is ons haantje dood.

Of het liedje over het ei:

Palm, palmpasen
hei koerei, hei koerei
nog een zondag,
dan hebben we een ei
een ei is geen ei
twee ei is een half ei
drie ei is een paasei.

Hill Bottema

Het ei

Het ei is een van de oudste zinnebeelden. Het is het symbool van de geboorte, de oorsprong van de wereld, de vruchtbaarheid van het leven. Voor volkeren, die het lentefeest vierden was het ei symbool voor nieuw leven. Men begroef eieren op de akkers om een goede oogst te krijgen. Een bruidje verborg een ei in haar sluier tijdens de huwelijksinzegening en hoopte dat haar huwelijk met kinderen gezegend zou worden. Jonge meisjes in de Eifel gaven in de lente hun geliefde een bepaald aantal eieren om de mate van genegenheid aan te geven.

In Zweden gaven verliefden elkaar uitgeblazen, met bloemen beschilderde eieren, waarin lange papierstroken zaten met wensen en gedichtjes.
Kroatische vrouwen wensten een pasgeboren kindje toe: “dat het blank mag worden als een ei” en legden een ei hij het kind in de wieg. In China geeft men rode eieren als er een jongen geboren is. In Japan krijgen meisjes eipopjes op “meisjesdag”, opdat zij later een goed huwelijk zullen sluiten.

De oudste geverfde eieren zijn rood en werden in graven gevonden. De Germanen gaven hun doden een ei mee in het graf als een kiem van hoop op nieuw leven. Ook andere volkeren legden eieren in het graf als voedsel voor de dode op reis naar het dodenrijk. Effen rode eieren zijn over de hele wereld het teken van vreugde, geluk en liefde. Tot ver na de middeleeuwen was rood de dominerende kleur voor het paasei. In Griekenland wordt Witte Donderdag “Rode Donderdag” genoemd, omdat op deze dag de eieren voor pasen gekleurd worden. In Perzië heet het Nieuwjaarsfeest, dat in de lente gevierd wordt, het feest van het rode ei.

In ons land was het de gewoonte dat kinderen in de week voor Pasen rondgingen bij de boeren om eieren te verzamelen voor het Paasfeest. Eieren verzamelen en eieren rapen wordt nog steeds gedaan, maar nu denken de kinderen dat de paashaas de eieren verstopt heeft.

Hoe eieren versierd kunnen worden is te vinden in onderstaande boekjes; allerlei technieken worden hierin beschreven met veel voorbeelden.

Meta Bardet

Folklore der Lage Landen. redactie Dr.Tj.W.R. de Haan.
“Van nieuwjaar tot ouwejaar” -Hill Bottema.
“Kinderfolklore” -.W.E. Veurman.
Shell Journaal van Nederlands Folklore – Dr.J.M.Fuchs en W.J.Simons.
Eieren versieren van Marianne Henriet.
Eieren verven en versieren van Eva Sehnellenbach.
Osterschmuck. Hans Fasold (Brunnen-Reihe 38).

Dit artikel is eerder gepubliceerd  in Knip-Pers 1987-1

Ei met Paashaas

Door Maruscha Gaasenbeek

Neem een ei. Maak boven en onder een gaatje en blaas het ei leeg. (Wil je meer eieren versieren koop dan een ei-uitblaas pompje. Veel gezonder!) Spoel binnen- en buitenkant van het ei na met azijnwater. Laat drogen.

Neem een velletje papier van 7,5×7,5 cm. Vouw dit dubbel. Teken de halve eivorm en de halve haas erop (afb. 1). Knip de neus uit. Knip borst en buik uit. Steek een gaatje en hol het oor uit. Knip dan de hele buitenkant van de haas uit. Vanaf de wang knip je naar het oog. Geef kleine knipjes (2 mm) onder zijn voorpoot, boven zijn achterpoot, bij de voet en onderin. (Hierdoor voegt het papier zich straks beter om de ronding van het ei.) Open je knipsel. Vind je twee kwastjes te veel? Haal er dan nu één weg. Plet je haasje in een dik boek.

Ga verder met het randje met haasjes. Pak daarvoor twee strookjes papier van 9×2 cm. Vouw in de lengte dubbel tot 9×1 cm. Teken van boven naar beneden halve haasjes, die met het oor aan elkaar zitten (afb. 2). Neem je schaar:
a. Knip aan de vouwlijn gezicht en buikje van elk haasje er uit (afb. 3, zwarte deel).
b. Knip bij de vouwlijn de stukjes papier naast het oor weg (afb. 3, gestreepte deel, vergroot detail).
c. Knip de buitenkant uit. Denk om de snorhaartjes! Open de strookjes.

Dit wordt een priegelwerkje, maar het resultaat is heel leuk. Smeer de omtrek van het ei in met behangersplaksel. Plak één randje vanaf het gat boven in het ei strak naar beneden tot midden onder (wat teveel is wegknippen). Plak het tweede randje langs de andere kant van het ei naar beneden. Laat drogen.

Pak je haas uit het dikke boek. Smeer één eihelft in met plaksel, leg je haas erop en smeer daar plaksel overheen, terwijl je hem voorzichtig vastdrukt. Bij de 2mm in-knipjes schuift het papier iets over elkaar heen en volgt zo de ronding van het ei. Maak tot slot het achterkant knipseltje: één haasje van afb. 3.
Hang het ei op d.m.v. de halve lucifer-met-draadje truc: Knoop een draad stevig vast om het midden van een halve lucifer en duw het houtje door het bovenste gat in het ei.

Zet eens een boom op

Als tafelversiering kan je een mooie boom maken. Het idee is afkomstig uit het artikel over de Amerikaanse Judith Meijers “Een toverbos van kerstbomen”, geschreven door Hanke Heims (Knip-Pers 1991-4).  Probeer eens om je eigen boom te maken!

De werkwijze bij ons: Neem een vel stevig groen papier A4 formaat. Knip dit in de breedte door. Leg de helften op elkaar en vouw in de lengte dubbel. Knip daar uit met stevige schaar de grond met halve boom. Doe open en naai ze op de vouw aan elkaar. Zet ze neer onder een rechte hoek op het ondergrondkarton en maak ze vast met kleine stukjes plakband.

Een verrassend en kleurrijk effect ontstaat door gekleurd papier (ook pasteltinten) te gebruiken met witte achterkant of twee vellen papier, verschillend van kleur.

Nog een variant: Knip na “de grond” niet direkt al een dier uit naast de boom, maar een vierkant, en daarna de boom. Na het openvouwen wordt uit elk van de vierkantjes een ander dier geknipt, of: een vader, moeder met twee kinderen, of met een wiegje en een kind; vier verschillende bloemen, attributen, enz.

Bovenstaande boom met kippen is gemaakt door Maruscha Gaasenbeek.

Door Maruscha Gaasenbeek
Deze tip verscheen eerder in Knip-Pers 1995-2

Valentijsdag 14 februari

Door Rieny van Beek.

Op 14 februari is het Valentijnsdag, dat is de dag om vrienden een groet te sturen in de vorm van een kaartje of boeket bloemen. Reeds de oude Romeinen vierden op 14 februari het feest van de godin Juno Regina. Dan kreeg elke man door trekking van het lot een vrouw, om die dag feest mee te vieren. De godin Juno is van oorsprong het symbool van de vrouwelijke vruchtbaarheid en werd later de vrouw van Jupiter, de oppergod van de Romeinen, de god van het licht. Het christendom veranderde dit heidense liefdesfeest tot de feestdag van de Heilige Valentinus, die op 14 februari 269 werd onthoofd om zijn geloof. Hij was bisschop van Terni en men zegt dat hij een voortreffelijk raadsman was voor ieder die zijn hulp inriep. Hij gaf allen die van heinde en ver naar hem toekwamen bij het afscheid steeds een bloem.

Een andere legende vertelt van een Romeinse priester Valentijn. die op 14 februari 270 gedood zou zijn. Hij was bevriend met de dochter van de rechter. De avond voor zijn onthoofding stuurde hij haar een afscheidsbrief, waaronder hij schreef: van je Valentijn.

In de Angelsaksische landen werd de liefdesbrief vereenzelvigd met de Heilige Valentijn en daarom Valentine genoemd. Het was daar de gewoonte dat verliefden op 14 februari aan hun uitverkorene een – meestal anonieme – liefdesbrief of valentine stuurden. Soms werd het een officieel huwelijksaanzoek, die de verlegen aanbidder zond naar zijn geliefde. In Engeland was dit gebruik zo algemeen, dat de amoureuze koning Hendrik VIII in 1537 Saint Valentine’s Day tot officiële feestdag verklaarde. En een fransman, Charles Orléans, die 25 jaar in Engeland verbleef, waardeerde Valentine”s Day zo, dat hij het feest in Frankrijk introduceerde. In deze tijd werden de kaarten of brieven nog met de hand gemaakt, geknipt. gesneden, beschreven en gekleurd.

Omstreeks 1850 ontstonden er in Engeland bedrijven voor het vervaardigen van Valentines; Ze werden gemaakt van fijn papieren kant met in het midden een afbeelding van bloemen, kinderen, harten of vogels, die met de hand ingekleurd en verfraaid werden (te vergelijken met onze bidprentjes).

Ook in Duitsland en Zwitserland kende men de liefdesbrieven, hartenbrieven en göttelbrieven (bij geboorte). Emigranten namen deze gewoonten mee naar Amerika en zo werd de duitse Liebesbrief in verband gebracht met de engelse Valentine.

De emigranten brachten ook de kunst van het knippen mee en omdat zij zich vooral in de staat Pennsylvania vestigden werd deze kunst Pennsylvania-German knipwerk genoemd. Velen behoorden tot een protestantse groepering, zoals de Mennonieten en Lutheranen, en waren zeer bedreven in het maken van geboorte- en huwelijkscertificaten. Deze waren vaak in de vorm van een hart of harten en versierd met vogels, meestal duiven. In de rand waren geknipte versieringen en in het midden geschreven tekst, vaak met een christelijke spreuk of wens erbij Ook waren de Pennsylvania-German vrouwen bedreven in het knippen van kastrandjes, schoorsteenrandjes of raamversieringen. In het boek “Het Kleine Huis”, van Laura Ingles, wordt beschreven hoe moeder eens per jaar nieuwe randen knipt voor de planken, meestal uit krantenpapier of pakpapier.

Tegenwoordig is het nog steeds in Amerika gewoonte om elkaar op Valentine’s Day kaarten te sturen. Hoewel er veel gedrukte kaarten te koop zijn, worden ze toch ook zelf gemaakt en staan er in verscheidene tijdschriften voorbeelden.

Misschien wordt het bij ons ook nog eens een algemeen gebruik om op 14 februari aan elkaar te. denken.

Een amerikaanse gewoonte is om elkaar op Valentijnsdag een hartebrief te sturen. Als kniptip zijn hier een paar hartebrieven. Natuurlijk zijn deze ook voor andere gelegenheden te gebruiken, zoals bij een verjaardag, geboorte of huwelijk.

U kunt het hart in zwart of een kleur knippen en als versiering op een witte kaart plakken. Ook kunt u het hart wit knippen, er een felicitatie in schrijven en het geheel op een gekleurde kaart plakken.

Hier volgt de werkwijze volgens amerikaanse methode, uit het tijdschrift Holiday Crafts (januari 1987); de ontwerpen zijn van Kathy Engle.

  1. Trek de voorbeelden over net carbonpapier op de achterkant van het te knippen papier.
  2. Vouw het papier dubbel langs de stippellijn, eventueel nietjes langs de rand om verschuiven te voorkomen.
  3. Knip eerst de binnenste versieringen uit het hart kijk naar de afgebeelde kaarten wat weggeknipt moet worden.
  4. Knip nu de buitenzijde van het hart.
  5. Plak het hart op een kaart.

Met dank aan Willina Lueb, van wie ik verschillende artikelen uit Amerikaanse tijd schriften mocht gebruiken.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1988-1

Kerstmis

Door Rieny van Beek

Birgit Selvig, Denemarken

Met Kerstmis staat in veel huizen een kerstboom met zijn stralende lichtjes.  Deze gewoonte bestaat nog niet zo heel lang. Wel was er in de boerengemeenschappen een gebruik om begin december, meestal op 4 december – Sinte Barbara – een kersen- of berketak in het water te zetten, die dan met Kerstmis bloeide of uitliep. In Zuid-Limburg werden deze takken Barbaratakken genoemd. De eerste versierde kerstbomen kwamen in Duitsland, in Straszburg, voor. Omstreeks 1850 waren ze ook bij ons te zien, voornamelijk in de grote steden. Meestal hebben katholieken een kerststal bij de kerstboom staan. Vóór Kerstmis ziet men daarin alleen .Jozef en Maria. In de kerstnacht komt het kindje Jezus erbij en de herders met de schapen. Op Driekoningen verschijnen de drie wijzen met hun kamelen en daarna wordt het stalletje weer opgeborgen.

Dorothea Brockmann

In sommige streken was het de gewoonte om de klokken te luiden, zoals het Sint Thomasluiden in Katlijk en Oudenhorne. Daar luidde men onafgebroken vanaf 21 december tot Nieuwjaar de klokken.

Het blazen op de midwinterhoorn was een gewoonte in Twente. Vanaf de eerste Adventszondag tot Driekoningen toe bespeelde de Twentse boer, vooral ‘s avonds na negen uur, zijn instrument, waarbij de put als klankbord dienst deed.

Rieny van Beek

Nieuwjaar
Onze voorouders kenden geen bepaalde nieuwjaarsdag. De overgang van het oude jaar naar het nieuwe werd gevierd met een feestperiode van twaalf dagen: de zogenaamde Twaalf Nachten, die duurde van 25 december tot 6 januari.
Tijdens deze feesten werden er vreugdevuren ontstoken. Ook geloofde men dat de geesten van gestorvenen in de Twaalf Nachten terug keerden op aarde en men probeerde deze door geraas te verjagen. Dit gebeurde door het blazen op hoorns, het ratelen met ratels, het luiden van klokken, het lossen van schoten. Dit verklaart waarom er nu nog steeds in de oudejaarsnacht zoveel lawaai en vuurwerk is.
Na de komst van het christendom plaatste de kerk aan het begin van de Twaalf Nachten de Kerstdag, aan het einde de Driekoningen en in het midden de Romeinse Nieuwjaarsdag van 1 januari.

Evert Root Sr.

Driekoningen
Het grote huiselijke feest van de winter was in vroeger eeuwen Driekoningen. Volgens het evangelie van Mattheus ging het eçhter om drie wijzen, die koning Herodes naar de geboorteplaats van Jezus vroegen. In later tijden werden zij koningen genoemd en van namen voorzien: Caspar, Melchior en Balthasar. Op Driekoningenavond gaf men elkaar geschenken en werd er een koning gekozen. Dat ging soms met een koningsbrief of door het eten van een koningsbrood. De koningsbrief was een vel met 16 plaatjes, waarop afbeeldingen van de koning, koningin en hun hofbeambten. Dit vel werd in 16 stukjes geknipt en ieder grabbelde een briefje en vervulde het ambt dat hij getrokken had. Ook kon men een koning kiezen door met elkaar te eten van een koningsbrood of bonenkoek, waarin een boon verstopt was. Wie de boon in zijn plak koek vond, werd tot koning gekroond met een kroon van verguld papier. Een andere gewoonte was dat sterrenzangers, gekleed in een wit hemd en met een vergulde kroon op het hoofd, zingend met een ster in de hand langs de huizen gingen om een gift te ontvangen. In sommige delen van het land wordt dit nog steeds door kinderen gedaan.

Toos Dietz

Gelezen:
Ir W.F. van Heemskerk Düker en Ir H..J.van Houten, Zinnebeelden in Nederland
Dr C.C.van der Graft, opnieuw bewerkt door Dr Tj.W.R. de Haan, Nederlandse voiksgebruiken bij hoogtijdagen

Bovenste knipsel: E. van de Broecke, België

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1987-4

Diersymbolen, deel 2

De aap
Een aap is zeer amusant,
vooral in zijn geboorteland,
en heeft in zijn jeugd veel grappiger manieren
dan de meeste jongelui onder de dieren.
Daar is altijd groot dispuut geweest
of een aap eigenlijk een mensch is of een beest;
en dat verwondert ons ook niet,
daar men zooveel apen onder de menschen ziet.
Uit: De gedichten van den Schoolmeester, 1859.

 Veel dieren hebben eigenschappen, die aan de mens doen denken, daarom wordt het dier als symbool voor die menselijke eigenschap gebruikt. Andere dieren kunnen mensen nadoen of napraten, zoals de aap of de papegaai. We geven de medemens dan een dierlijke eigenschap, we noemen een naprater een papegaai en wie een ander nadoet is een na-aper. Van enkele dieren wordt hieronder de symbolische betekenis beschreven.

De aap
Apen zijn de hoogst ontwikkelde zoogdieren met de relatief grootste hersenen. Er zijn 200 soorten, waarvan de hoogst ontwikkelden in groepen leven. Bij de mensapen zien we de neiging tot monogamie en gezinsvorming. De wijfjes brengen jaarlijks een jong ter wereld, dat door de moeder aan de borst wordt meegedragen. In de oudheid waren er al verschillende soorten apen bekend, die gedresseerd in theaters werden tentoon gesteld. “Aap” was een scheldnaam en het symbool voor boosaardigheid en lelijkheid. In het oude Egypte werden apen met eerbied behandeld. Er werd gezegd dat ze de menselijke spraak verstonden en goedleerser waren dan menige menselijke leerling. Het krijsen van de bavianen in de ochtendschemering werd gezien als een gebed van de vrome dieren voor de zonnegod. De god van de wijsheid Thot werd soms als een wijze oude mantelbaviaan afgebeeld.

In het oude Indië was de aap een heilig dier. Hij is het symbool van kracht, trouw en opoffering. In China werden apen met eerbetoon omringd. De Zuid-Chinezen vertelden trots afkomstig te zijn van apen-voorouders, die bij ontvoerde mensenvrouwen kinderen hadden verwekt.
Beroemd is de aap Soen Woek’oeng, die de boeddhistische pelgrim Hsuan-tsang op zijn reis naar Indië vergezelt en daarbij grote heldendaden en streken uithaalt.
In de christelijke iconografie wordt de aap negatief afgeschilderd. Hij is een karikatuur van de mens en het symbool voor de dwaasheid, luiheid, begeerte en onkuisheid. Met een spiegeling de hand is de aap het symbool van ijdelheid. Een aap in ketenen geslagen is het beeld van de overwonnen duivel.

De drie Aziatische beeldjes van apen die de mond, ogen en oren dichthouden, worden populair “horen, zien en zwijgen” genoemd. Dit is niet juist, de betekenis is niets kwaads zien, horen en zeggen. De apen zijn oorspronkelijk door de goden. als boodschappers naar de mensen gestuurd om hun doen en latente bespioneren. Als amulet ertegen zijn ze blind, doof en stom afgebeeld.
In Japan heten deze drie beeldjes ‘saroe’, dat zowel aap als niet doen betekent, het is een symbool voor het afwenden van slechte daden.

Kameel
Tot de familie van de kamelen behoort zowel de eenbultige dromedaris als de tweebultige kameel. Reeds 6000 jaar ge leden werd de kameel tot huisdier gemaakt in Midden-Azië. Kamelen kunnen meer dan 40 jaar oud worden.
De kameel heeft in de symboliek een tweeledige betekenis. Voor de woestijn- en steppe-bewoner is de kameel een nuttig dier, hij heeft weinig water en voedsel nodig, de vetbulten bevatten reservevoedsel, zodat enkele distels, dorens en plantenwortels voldoende zijn. Toch kan hij met een vracht van 250 kg 12 uur achtereen een tempo van ongeveer 4 km per uur volhouden. Van het haar van de kameel worden kleding stukken gemaakt en de mest wordt gebruikt als brandstof. De kameel maakt de steppen en woestijnen voor de mens begaanbaar. Hij is het symbool voor matigheid en nuchterheid.
De kerkvader Augustinus zag de kameel als een symbool van de christen, die zijn lasten deemoedig draagt De kameel maakt echter ook een hoogmoedige indruk, en heeft soms een slecht humeur, zodat hij ook het symbool is voor arrogantie en eigenzinnigheid. Hij accepteert alleen draagbare lasten en is daarom het zinnebeeld van het onderscheidingsvermogen. Wie niet met het dier kan omgaan verwijt hem luiheid De kameel kan gehoorzaam knielen en is daarom ook een beeld van gehoorzaamheid.
Van de drie koningen wordt algemeen aangenomen dat zij op kamelen reden, de kameel is dan een verwijzing naar Azië en het oosten.

Papegaai
De papegaai behoort tot een vogelfamilie met 326 soorten, die allen een grote kop, korte hals, sterk gekromde haaksnavel en grijptenen hebben. Zij bootsen diverse geluiden na, onder andere de menselijke stem. Reeds in het jaar 300 voor Chr. was de papegaai bekend en werd geïmporteerd van uit India. Hij werd gezien als taalnabootser en was het symbool van de geesteloos babbelende redenaar.

In de middeleeuwen gold een papegaaien snavel als amulet tegen de koorts. Als de vogel op afbeeldingen van het paradijs voorkomt, is dat omdat hij de naam van Eva heeft leren uitspreken. De omkering ervan, Ave, is de groet van de engel aan Maria, de moeder van Jezus. Door Eva is de zonde in de wereld gekomen; Jezus, de zoon van Maria, heeftt de zonden der wereld gedragen. Een papegaai in een liefdeskooi betekent onderdanigheid van “de vrouw aan haar man”. De papegaai is het symbool van napraterij, babbelzucht en spraakzaamheid.

Ibis
De ibis was in het oude Egypte een vogel met een grote symbolische betekenis. werd “hibi” genoemd, de heilige Ibis. Hij was gewijd aan Thot, de god van de wijsheid. Een ibis werd gezien als de aardse verschijning van de god Thot, daarom werden ibissen gebalsemd en in stenen kruiken bijgezet in de graven. In de grafgrotten van Sakkara liggen miljoenen ibis-mummies. Volgens het volksgeloof is een ibisveer voldoende om een slang aan de grond te nagelen. Een ibisei schrikt alle wilde dieren af. Bij de joden was de ibis een onrein dier, omdat alle waadvogels tot de onreine dieren behoren. Toch wordt in het boek Job de vraag gesteld: “Wie verleende de ibis wijsheid…

Kraanvogel
Evenals een ibis kon een kraanvogel een slang verdelgen. In de oudheid werd de kraanvogel bewonderd om zijn onvermoeibaar vliegvermogen en een kraanvogelvleugel gold als een amulet tegen uit putting. De kraanvogel was het heilige dier van de godin van het gewas Demeter. Wanneer de kraanvogel met zijn trek begon, kondigde hij de lente aan en was zo het symbool voor vernieuwing. Het christendom maakte hem tot ‘symbool van de verrezen’ Christus en tot symbool voor waakzaamheid.

In de oud-chinese symboliek was Wo, de kraanvogel, een beeld voor lang leven, wijsheid, voorspoed en geluk. Een kraanvogel die naar de zon opstijgt geeft de wens aan om maatschappelijke carrière te maken. In Japan betekent de kraanvogel verhevenheid. In India is hij daarentegen het symbool van valsheid en arglist.

Paradaijsvogel
Over de paradijsvogel bestond tot in de 19e eeuw een fabel. De inboorlingen van Nieuw-Guinea en de Indonesische eilanden hadden de gewoonte om de huid van de dode vogels met veren en al af te stropen en zo te roken dat ze zonder poten en botten hun vorm behielden. De vogels werden verkocht naar Europa en werden daar voetloze paradijsvogels (Paradisea apoda) genoemd. Er werd verteld dat ze zich slechts met hemeldauw voedden, hun leven lang bleven zweven en vanaf hun geboorte rein waren. Daarom waren zij het symbool van onbezwaardheid, dicht bij God en ver van de wereld… In de 19e eeuw heeft een zoölogisch onderzoek een eind gemaakt aan, dit vreemde mysterie.

Door Rieny van Beek
Dit artikel verscheen eerder in Knip-Pers 1995-2

Gelezen:
Prisma van de Symbolen, Hans Biedermann.
Bijbelse encyclopedie, onder redaktievan Prof. Dr. W. H. Gispen e.a.

Illustraties:

  1. Evert Root Sr.
    2. Vogelhandelaar, Karl Fröhlich
    3. Johann August Eckert
    4. Rieny van Beek
    5. Bettina von Arnim
    6. Kraanvogel uit: Symbols, Signs en Signets, Ernst Lehner.
    7. Rieny van Beek, 21 x 28cm, geknipt naar ontwerp van Olga Furginson.
    8. Rieny van Beek, 15 x 30 cm.

 

 

 

 

 

 

Diersymbolen

De prehistorische mens was nauw bij het dierenleven betrokken en hij herkende dieren aan hun vormen en gedragingen. Verbazingwekkend zijn de grottekeningen van bizons, paarden, giraffen, antilopen, herten, mammoeten en zwijnen die gevonden zijn in Cantabrië in Spanje en de Dordogne in Frankrijk.
De griek Aristoteles (384-322 v. Chr.), de leermeester van Alexander de Grote, verzamelde alle gegevens van de in zijn tijd bekende dieren en vulde ze aan met nieuwe waarnemingen en geniale over zichten. Hij schreef vier zoölogische werken, waarin hij 500 verschillende dieren behandelde.

Een aantal wilde dieren zullen we eens nader bekijken.
Tijger
De tijger is bij ons bekend sinds de veldtocht van Alexander de Grote naar Indië in 332 v. Chr. Zijn naam Tigris is afgeleid van het Iraanse woord “thigra”, wat scherp of spits ‘betekent. In Rome duikt de tijger voor het eerst op in het jaar 19 als geschenk van Indische gezanten aan keizer Augustus. In Azië is de tijger het symbool voor kracht, hij wordt erom bewonderd en gevreesd. Goden en helden dragen daarom tijgervellen.
In China noemt men zijn naam niet uit eerbied, maar omschrijft hem als “koning der bergen” of “groot krijgsdier”. Hij wordt algemeen gewaardeerd omdat hij de wilde zwijnen, die de akkers vernielen, verdrijft en verslindt. De tijger kan demonen verjagen en daarom staan er op graven vaak stenen tijgerbeeldjes; ook komt zijn beeltenis voor op de deurposten van de huizen. In Zuid-China bestonden “weertijgers, dat zijn mensen die in tijgers konden veranderen (zoals weerwolven in onze streken).

Panter
De panter is het symbool voor wildheid, strijdlust en list. In Rome werden panters sinds 186 v. Chr. uit Afrika gehaald om dienst te doen in de dierengevechten. Veel helden uit de oudheid dragen panterhuiden.
In het oude China is de panter een gevaarlijk, wreed en wild dier, zijn staart werd als veldteken op gevechtswagens geplant. Een mooie jonge vrouw kan de bijnaam “bonte panter” hebben als ze agressief is. De zwarte panter is bijzonder gevaarlijk.

Liesbeth Teunissen

Olifant
De olifant heeft een positieve symbolische betekenis. Hij wordt in Azië gebruikt als koninklijk rijdier en als werkdier en geprezen om zijn wijsheid. De geboorte van Boeddha werd aangekondigd door een witte olifant.
Van de olifanten zijn er nog twee soorten: de Indische olifant, die in Zuid-Oost Azië leeft en de Afrikaanse olifant, die in Midden-Afrika voorkomt. Vroeger was het verspreidingsgebied groter, vooral van de Afrikaanse olifant. In vroeger tijden was het ivoor van de slagtanden van de olifant een belangrijk handelsartikel, gelukkig is dat tegenwoordig verboden. Afrikaanse volkeren, die aan Egypte onderworpen waren, betaalden hun schattingen in ivoor.
Het Indische ivoor was mooier, witter en sterker. Daarom liet koning Salomo het door de Feniciërs aanvoeren met schepen om er een troon van te laten maken. Ook werden wanden, deuren en meubelen versierd met ingelegd ivoor en goud De Feniciërs gebruikten het ivoor om het deken de kajuiten van schepen met inlegwerk te kunnen voorzien.
In het oude China is de olifant het symbool voor kracht en wijsheid. Door zijn lange levensduur is hij ook het symbool voor het overwinnen van de dood. De olifant komt veel voor als rijdier van helden in Chinese sagen. Op een olifant rijden betekent daar “geluk”.
De olifant komt veel voor op afbeeldingen van het paradijs. Na de tijd van de kruistochten hij als wapendier op de wapens en schilden van adellijke personen. In 1464 werd in Denemarken een olifantenorde ingesteld. Een witte olifant was tot 1910 het wapendier van het koninkrijk Siam (Thai land).

Beer
In het oude China is de beer een mannelijk symbool voor kracht, zijn vrouwelijke tegenbeeld is de slang. Dromen over een beer wordt gezien als voorteken voor de geboorte van een zoon. In Chinese sprookjes speelt de beer de rol van onze “boze wolf”. In de christelijke symboliek is de beer het symbool van toom Volgens kerkvader Augustinus is de beer, die een schaap van de kudde rooft een beeld van de duivel.
In de tijd van de Bijbel kwam de beer voor in Palestina en Syrië. Toen de jonge David op de schaapskudde moest passen werd hij overvallen door een beer, die hij wist te verslaan. Dit verwijst naar de zege van Christus over de machten der duisternis De heilige Gallus wordt samen met een beer afgebeeld. De beer is Gallus behulpzaam omdat hij hem verlost heeft van een doorn in zijn klauw.

Nijlpaard
Het nijlpaard was reeds in de oudheid bekend. Egyptische inscripties vermelden dat het nijlpaard in het hele nijlgebied voorkwam. Het was daar een geliefd jachtdier, bejaagd met de harpoen, omdat het de akkers verwoestte. De nijlpaardgodin, een nijlpaard met vrouwenborsten, was een zegenbrengend amulet bij het bed van barende vrouwen. Ook in Palestina en de Jordaan kwam hij voor en in grotten zijn er overblijfselen van het dier gevonden. Hij wordt beschreven in Job 40 vers 10 tot 19, vooral zijn geweldige lichaamsbouw en kracht treden daarbij op de voorgrond. Het nijlpaard symboliseert kracht en sterkte en is vaak te zien op afbeeldingen van Gods schepping van de dierenwereld.

Ineke Sanders

Struisvogel
De struisvogel is sinds de 5de eeuw vvoor Chr. bekend in de landen rond de Middellandse Zee en komt op oude rotstekeningen voor. Hij kwam vroeger veel voor in Palestina en de Syrische woestijn en is een metgezel van de jakhals. Hij wordt uitvoerig beschreven in Job 39 vers 16 tot 21.
Bij gevaar steekt de struisvogel de kop in het zand om niet gezien te worden, daarom is het dier het symbool van de traagheid. Omdat de struisvogel vaak zijn vleugels uitspreidt maar niet kan vliegen is hij ook een beeld voor huichelarij.

Jakhals
De jakhals leeft in grote groepen, die zich overdag schuilhouden en tegen de avond op pad gaan om aas te verslinden. De jakhals is een hondachtig dier dat zich graag bij graven ophoudt, daarom is hij een voorbode van de dood. De Egyptische doodsgod Anoebis wordt vaak met de kop van een jakhals afgebeeld. De zwarte jakhals is in de christelijke iconografie het symbool voor het geloof in een voortleven na de dood in het hiernamaals.

Hyena
De hyena is een veracht en onrein dier met een negatieve symbolische betekenis Deze lijkenvreter wordt beschouwd als bastaard van wolf en hond. Hij is het symbool van de hebzucht. Een legende vertelt over de woestijnheilige Makarios, die een jong van een hyena geneest van zijn blindheid. Symbolisch betekent dit dat het mogelijk is iemand met een negatieve aanleg toch “de ogen te openen”.

Gelezen:
– Prisma van de Syinbolén, Hans Biedermann.. Bijbelse Encyclopedie, Prof.Dr.W.H.Gispen e.a.
– Van Mammoet tot Gorilla, Lekturama encyclopedie

Door Rieny van Beek
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1995-1

Rieny van Beek, afm. 24  x 34 cm.

Illustraties 1: Annet van der Heide

Voor zover bekend hebben de uitgebeelde de volgende symbolische betekenis:
Vlinder: vrolijkheid en dartelheid
Vis: Christus (christelijke symboliek)  geluk
Geit: vruchtbaarheid
Schaap: argeloosheid en hulpeloosheid
Konijn: vruchtbaarheid en weerloosheid
Ree: zachtheid en soepelheid
Hert: zachtmoedig en fier
Antilope: lieflijk en schoon
Papegaai: babbelzucht en napraterij
Arend: snelheid
Pelikaan: opofferende ouderliefde
Aap: boosaardigheid en lelijkheid
Struisvogel: het niet willen zien en weten, traagheid en huichelarij
Tijger: kracht
Olifant: kracht en wijsheid
Beer: gevaar en kracht
Wolf: het kwade
Schildpad: stille kracht, lang leven en vitaliteit
Slang: duivel en dood
Krokodil: lui en onbarmhartig, huichelarij
Kikker: vruchtbaarheid

Knip kaarsen uit je Kerstkaart

Heerlijk werk, kerstkaarten knippen! Dit ontwerp leent zich voor kaarsen, kerstbomen, ballen en andere kerstonderwerpen. Het werkt net andersom als anders: wat je overhoud wordt je kaart!

Neem een vel zwart papier van 14 x 10,5 cm. Maak een zigzagvouw: de hoofdvouw komt op 8,3 cm en daarna vouw je beide delen terug naar de hoofdvouw.
Zet fig. 1 over op je gevouwen papier en maak vast met nietjes in de kaarsen. Knip de hele en halve kaarsen uit. Vouw gedeeltelijk open en knip nog een halve kaars uit de hoofdvouw. Naar je zin? Dan weet je nu hoe het gaat!

de hoofdvouw is de linkerzijkant er zit een vouw midden door de middelste kaars de rechterkant is ook een vouwlijn

Je eigen ontwerp werk het uit op bovenstaande manier. Plak het resultaat met enkele tipjes lijm op stevig wit papier. Maak 2 (verkleinde) kopietjes van het geheel en plak ze rechts onder elkaar op een liggend A4 wit papier iets vrij van de kanten

Ga naar een goede kopieerwinkel. Kies 160 grams wit papier. Voeg ze in een speciale la van de kopieermachine (men is altijd bereid je te helpen!). Leg je vel met twee kopietjes op de glasplaat. Maak eerst een dunne kopie om te zien of alles er goed op staat. Oké?
Stel het aantal gewenste exemplaren in en druk op start. Als alles klaar is snijd je de vellen netjes overdwars doormidden. Vouw elke strook dubbel en je kaarten zijn klaar.

En verder… Met je eigen ontwerp kun je ook verder experimenteren, zoals hieronder te zien is met het ‘kaarsen ontwerp’.
Verklein vier kopietjes van je knipwerk. Ga nu schuiven: leg zo naast elkaar, gedeeltelijk over elkaar heen, knip er onderdelen af, neem het negatieve beeld enz. Doe dit net zolang tot je een aardig totaal plaatje hebt gekregen. Daarmee stap je naar de kopieerwinkel. Je maakt tot kaartformaat verkleinde kopietjes enzovoort, zoals eerder beschreven.
Klinkt het ingewikkeld? Het doen valt erg mee. Gewoon beginnen en stap voor stap uitvoeren. Dan wordt je er snel handig in.

Kerst Kniptip

Door Lies Markus

Kerstmis lijkt nog ver van ons vandaan, maar degenen onder ons die besloten hebben nu ECHT dit jaar eens zelf kerstkaarten te gaan maken, zullen wel merken dat men het beste al in deze tijd kan beginnen. Hoe dichter bij de feestdagen, hoe minder tijd en enthousiasme er overblijft. Hierboven ziet u enkele zeer eenvoudige voorbeelden, zoals uzelf ook wel in boeken en reclamefolders kunt vinden, maar het gaat nu meer over de toepassing ervan.

Lies Markus

U kunt bv. een aantal kerstboompjes schuin over elkaar heen plakken of in waaiervorm. Leuk om hier bij kleuren toe te passen. Als de bomen steeds kleiner achter elkaar geplakt worden, suggereren ze perspectief. Telkens een klein randje verschuiven staat ook leuk en geeft schaduweffect.

Men kan hetzelfde ook uithalen net andere kerstfiguren, zoals ballen, kaarsen, kerstmannetjes etc. Ook kam men de figuren van binnen uitknippen en daar iets anders in- of achterplakken, zie de voorbeelden. Het hangt van uw fantasie af, welke variatie u maakt.

Vergeet vooral niet gebruik te maken van de “negatieven”, dat zijn de heel gebleven overgeschoten stukjes papier waar u iets uitgeknipt hebt. Ook die geven vaak verrassende resultaten.

Lies Markus

Nog een tip van een onzer leden, mevrouw B. Lieffering: Knipt u het liefst uit tweezijdig zwart papier, maar is dat soms wat moeilijk voor uw ogen: speld of maak dan met paperclipsen een stukje heel dun wit papier (vloei- of doorslagpapier) vast op het door u te bewerken stuk zwarte papier. Eerst het binnenstuk uitknippen en dan pas de rand. Veel knipplezier…

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 1987-3